Blog Archive

Followers

Sunday, January 26, 2020

25 januari. Samaipata; wandelen en ruïnes.

Keurig om 7.15 uur was iedereen beneden. José hoefde niet mee dus die sliep nog. We aten eerst ontbijt; ze hadden zulk heerlijk fruit; papaya, aardbeien, mango, banaan. Tijdens het ontbijt legde Mauricio het plan uit. We zouden gaan rijden naar Samaipata, ongeveer 2 uur rijden van hier en daar een wandeling maken. Daarna een uurtje verderop naar de ruïnes van El Fuerte.
Ik had me alleen verdiept in Santa Cruz (niks te beleven) en niet aan de omgeving gedacht. Ik had gedacht een beetje lekker te lummelen een paar dagen, maar dat zat er dus niet in. Meer dan prima hoor!!
Dus in de mooie auto van Mauricio op naar Samaipata. Het gebied is zeer populair bij  de lokale bevolking, die een beetje verkoeling zoeken in de mooie natuur.
Toen we er na ruim 2 uur rijden aankwamen, overtrof het mijn stoutste dromen;


Het was een prachtig resort. Er waren een paar vakantie-huisjes, een zwembad en een restaurantje aan het meer. Hier gingen we eerst ontbijten. Huh? Dat hadden we thuis toch gedaan? Maar het was tijd voor Blanca’s dagelijkse kopje koffie en gebakken eitje met kaas. 
Mauricio nam een vette empanada met kaas en ik nog maar een schaaltje fruit.
Om half 11 waren we klaar voor vertrek; een hike door de Codo de los Andes. Een gids verscheen uit het niets - ze waren hier al vaker geweest en ik had het best aangedurfd zonder, maar nee - zij namen altijd een gids. 
We liepen al gauw op een pad een berg op. Het was aardig steil maar goed te doen. De gids liep voor ons met een flink mes, tegen allerlei bosjes te slaan. Ik denk om slangen te verjagen.


Al snel hadden we een mooi uitzicht op het meertje van waar we gestart waren;


Het groene grasveld was het resultaat van een poging om een golfveld aan te leggen; de winter ging prima maar de zomer was veel te warm voor het gras en de poging is noodgedwongen opgegeven.
Het uitzicht was prachtig. Op deze hoogte, rond 1700 m., was het iets minder heet dan in Santa Cruz maar of het nu 32 of 38 graden is... merk je eigenlijk niet.



Zowel Mauricio als Blanca zijn erg dol op foto’s maken, dus (geloof me!) hier volgt een zeer beperkte selectie van alle foto’s die gemaakt zijn. (Kramp in m’n kaken!!)


Mauricio had z’n drone bij zich en maakte een opname van de omgeving. Hij heeft dat ding pas een paar weken en ik moet zeggen; hij landde keurig op de plek waar hij begonnen was. Ik zou persoonlijk eerst op een veldje hebben geoefend...
Hij maakte een hele video. Wel aardig maar ik hoef geen drone!


Op een gegeven moment kreeg Blanca zo’n pijn van een eksteroog onder haar voet dat ze steeds slechter ging lopen. Ik stelde voor de gids met z’n grote kapmes een goede stok te laten snijden en op moeilijke stukken hielp Mauricio haar galant;


Het hielp wel iets maar het was geen feest voor haar. Maar ja... we waren precies halverwege dus teruggaan had ook weinig zin.
Dit was een extra uitzichtpunt en Blanca heeft dat maar beneden even afgewacht;





Het pad liep behoorlijk omhoog en omlaag. We zagen enorme zwarte vlinders, een gier, en een voetafdruk van een hert. Als je hier ‘s nachts loopt kun je een poema treffen, en over de heuvels in de verte zitten jaguars.

Toen we eindelijk, best moe, bezweet en hongerig, weer terug kwamen bij ons uitgangspunt, bestelden we lunch. Soep voor Mauricio en kip en salade voor Blanca en mij. En een heleboel water!

Hierna stapten we een kokend hete auto in (Mauricio moest het stuur met een doekje beetpakken), en reden een uurtje verder richting El Fuerte, een ruïne die sinds 1998 op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. 

Sinds Mauricio vertelde waar we heen zouden gaan, had ik het voor vertrek een beetje proberen op te zoeken op internet. Maar de recensies waren een beetje lauwtjes; ze vergeleken het met de Machu Picchu in Peru... tja... daar is natuurlijk niet tegenop te boksen. 

De ruïne staat op een rots van 220 meter lang en 65 meter breed. De eerste bewoners/bewerkers van de rots leefden 400-800 AD. Daarna kwamen de Chané, die de de belangrijkste figuren van een poema en jaguar (wel wat primitieve vorm en nauwelijks herkenbaar) in de rots gegraveerd hebben. Ook maakten zij het slangenfiguur, waar water of hun drank doorheen sijpelde zodat het leek of de slang tot leven kwam.
Hierna gebruikten de Chiriguanos de rots tussen 1300-1450 als tussenstop/rustplaats, waarna de Inca’s in 1450 de rots overnamen en in gebruik namen als ceremonieel en administratief centrum. Zij maakten oa de muur halverwege de rots. In 1550 kwamen de Spanjaarden en werd de heilige plaats gebruikt in de handelsroute tussen Paraguay en Peru. De Spanjaarden bouwden er ook wat huizen.

Heden ten dage ziet de rots er wat kaal uit, je kunt hem alleen vanaf diverse uitzichtpunten bewonderen. Mauricio kan zich nog herinneren dat hij er als kind vrijelijk overheen kon klimmen.




In de ronde vorm links zit de jaguar verborgen.
Achter de muur zie je wat witte vlekken; dat is een combinatie van algen en schimmels op de rug van de slang;


En dit vond ik het interessantste; achter de deuren (onder) waren de graven van belangrijke figuren, maar hun resten zijn grotendeels geplunderd. Bovenop de deuren zie je rechts van het midden nog wat kleinere inhammen, dat zijn zitplaatsen die een amfitheater en de marktplaats overzien. Die zijn dus ingehakt boven de graven;


Op de voorgrond het podium; op het het grote groene grasveld erachter werd de markt gehouden;


Hier zie je van een afstandje de deuren van de graven en de uitgehakte ‘zetels’;


Op de voorgrond de overblijfselen van een Spaans huis. (Boven).


Om de hele rots heen waren er van dit soort loopbruggen gebouwd. 

Oke, toegegeven, de Machu Picchu is veel indrukwekkender, maar je moet geen appels met peren vergelijken en ik vond dit toch ook wel heel erg leuk om omheen te lopen, zelfs in 35 graden.

Volgens de stappenteller van Mauricio hebben we bijna 10 km gelopen vandaag, in een snikhitte en veel bergje op en af.

Toen we El Fuerte voldoende bekeken hadden - er lagen nog diverse muurtjes in wijde omgeving (men denkt dat er nog geen 10% ontdekt is), maar die geloofden we wel - liepen we weer terug naar onze kookpot, waarin we naar het dorp Samaipata reden. Hier begon het een beetje tot leven te komen, het liep tegen 5 uur en de ergste hitte was voorbij. Blanca was dringend toe aan een kop koffie dus gingen we ergens zitten. Toen ze de koffie ging betalen had het tentje geen wisselgeld en kreeg ze een croissant in haar maag gesplitst. We konden er wel om lachen.
Hierna besloten we in een restaurantje iets verderop te gaan eten. We namen gekruide rijst (heerlijk!) met groente en salade. Toen we weer in de auto zaten, was het inmiddels al half 8. We waren alledrie moe, het was nog 100 km terug rijden, in het donker, op onverlichte en onverharde wegen. Mauricio was gelukkig nog wakker en probeerde zo snel mogelijk te rijden. Toch was het pas tegen 22 uur toen we eindelijk thuis kwamen. We konden alledrie geen pap meer zeggen en we gingen direct naar boven en naar bed. We sliepen allemaal uitstekend!




.


About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Brazilië en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.