Blog Archive

Followers

Sunday, August 29, 2021

23-8-'21. 2e etappe Romeinse Limespad; Voorburg - Zoeterwoude-Dorp. 20 km.

Vandaag gingen Tonia en ik weer verder met een etappe van de LAW 'Limespad'. 

Er is een extra stukje Limespad tussen Leiden en Voorburg ingelast. loodrecht en 'doodlopend' op het rechte pad tussen Katwijk en Nijmegen. Dat komt omdat Forum Hadriani hier lag.

Rond het midden van de eerste eeuw na Christus liet de Romeinse veldheer Corbulo een kanaal graven tussen de Rijn en de Maas. De landelijke nederzetting ter plekke, Forum Hadriani, groeide uit uit tot een centrale plaats met haven en 1000 inwoners.



Deze vesting lag in hartje Voorburg-west en is genoemd naar keizer Hadrianus. De locatie was tussen Park Arentsburg en het Diaconessen ziekenhuis, eigenlijk schuin aan de overkant van ons oude huis aan Park Leeuwenbergh. Destijds ben ik er nooit geweest - ik wist het niet eens!

In 1827, 1909 en 2005 is de Romeinse stad grotendeels blootgelegd en zijn er veel vondsten gedaan; veel aardewerk, maar ook bewerkt leer, hout (wagenwiel), stukken beeld (een bronzen hand), metselwerk, smeedijzer, maalstenen, sieraden (barnsteen), wijnamfora, en bot. 


Er was een tempel, vermoedelijk ook een amphitheater  en zeker een badhuis.
De stad is rond 250-275 grotendeels weer verlaten na het instorten van het Romeinse rijk.

En nu ziet het er dus zo uit;


Het park lag er prachtig bij. Behalve wat informatie zuilen, waarvan er één met scherven, stond er nog 1 Romeinse pilaar die herinnerde aan de bewoning van 2000 jaar geleden;


Hierna kwamen we langs landgoed Middenburg (gebouwd in 1657). Nadat in 1930 de laatste bewoners het pand verlieten heeft het diverse bestemmingen gehad, oa als rusthuis en lyceum en nu is het een zakenpand;



Via de mooie tuin liepen we langs het Huygensmuseum (Hofwijck) wat ook al heel lang op mijn verlanglijstje staan maar op maandag was het gesloten;


Hier heeft dichter Christiaan Huygens de laatste 8 jaar van zijn leven gewoond.

Hierna liepen we de Herenstraat in, de winkelstraat van Voorburg waar ik heel vaak mijn boodschappen deed. Huize Swaensteyn talloze malen langsgelopen zonder er ooit eens uitgebreid naar te hebben gekeken;


Dit is één van de oudste monumenten van Voorburg. Ooit bestond dit fraaie pand uit twee herenhuizen. 
In 1512 was dit pand herberg 'De Swaen'. 
De gevelsteen met zilvergeringde zwaan dateert uit 1632, vermoedelijk geplaatst ter ere van de samenvoeging van de twee herenhuizen tot Huize Swaensteyn. Later deed Swaensteyn dienst als rechthuis en was zetel van Schout en Schepenen. Achter de luikjes onderin lagen de gevangeniscellen.
Tot 1883 vergaderde hier het plaatselijke bestuur, daarna zat er een hotel in en vervolgens was hier melkhandel 'De Sierkan' gevestigd. 
Na ingrijpende restauratie in 1970 kwam het pand terug in de staat van zo'n 300 jaar geleden en sinds 1986 is het in gebruik als raadzaal en gemeentelijk vergaderhuis. 

Na de Herenstraat liepen we door Park Vreugd en Rust. In 1751 werd hier een buitenplaats gebouwd; Vreugd en Rust;


Peter en ik hebben hier gegeten ter ere van onze ondertrouw, toen Henk Savelberg de chefkok was en het restaurant nog een Michelin ster had. Ik weet nog dat ik een beetje teleurgesteld was over de minuscule porties. Het was heerlijk maar ik dook thuis nog even de koelkast in.

Inmiddels is het restaurant-hotel Savelberg - zonder ster.

We liepen om de kinderboerderij heen - hier heel vaak geweest met de kinderen, en daarna via het Oosteinde over de spoorbrug en de Vliet en kwamen we op het voetpad langs de Vliet. 
Het kanaal de Vliet is in de middeleeuwen gegraven, in navolging van het oude kanaal Corbulo.

We kwamen langs de sluis van Leidschendam (mij zo bekend dat ik er niet eens een foto van gemaakt heb) en langs de houtzaagmolen 'De Salamander';


We kwamen uit bij Vogelplas Starrevaart en daarna langs het recreatiegebied Vlietland, dat achter mijn huidige huis ligt. Hier zijn Tonia en ik eigenlijk onze wandelingen begonnen; bijna elke zondag in 2 uur om de Vlietlanden, links of rechts om was de enige afwisseling en als we een goede bui hadden namen we de Vogelplas ook nog mee. Ongelofelijk dat we hier 2 jaar tevreden mee waren!! Ik wist niet eens dat een deel van het pad om de Vlietlanden het Meeslouwerpolderpad heet!

Hierna liepen we langs de Vliet, en kwamen uit bij de Lammenbrug. We liepen nog een klein stukje van de volgende etappe en bij de eerste bebouwing van Zoeterwoude-Dorp hadden we de 20 km van vandaag gehaald en gingen we weer naar huis.





.






21-8-'21. Slot Zuylen en 80 km fietsen terug naar huis.

Vandaag deden we rustig aan omdat we naar Slot Zuylen wilden en die ging pas om 11.30 uur open. Het was maar 10 km fietsen en we waren er ruim op tijd. Eerst kwamen we door het poortgebouw uit 1530. Hier woonde de poortwachter met zijn gezin;

De tuinen rond het kasteel waren al wel open en ik maakte van alle kanten foto's van het slot;

Rond 1250 werd op deze plek een woontoren gebouwd in opdracht van de familie Van Zuylen. In de 15e eeuw werd de woontoren vernietigd, en nadat er zo'n 100 jaar enkel een ruïne had gestaan, liet de nieuwe eigenaar Willem van Rennenberg in 1522 een imposant slot bouwen. Via verkoop en huwelijken kwam het slot in het bezit van het geslacht Van Tuyll van Serooskerken, dat het slot tot 1952 ononderbroken in eigendom had. In de eerste instantie bewoonde de familie het slot alleen in de zomer, later werd Slot Zuylen permanent door de familie bewoond. In 1822 erkende de Koning het geslacht en mochten zij de titel baron voeren. 

In 1752 werd het kasteel tot modern landhuis verbouwd. 

Om precies half 12 mochten wij naar binnen. In het souterrain waren vroeger de voorraadkamers en de kerker. We liepen de trap op en kwamen in de woonvertrekken van de familie. We kwamen eerst in de Hal. Deze ruimte is later aangebouwd om het slot van buiten een systematisch aanzicht te geven. De linkermuur op de foto was dus vroeger de buitenmuur en zo dik dat er diepe vitrinekasten in gemaakt zijn;

portret van Willem René van Tuyll van Serooskerken (1743-1839).

Hierna kwamen we in de Blauwe Kamer. De kamer werd door de familie gebruikt als salon. 

Tafelpiano uit 1849. Er boven hangt een portret van drie kinderen, geschilderd in 1677 door Nicolaes Maes, een leerling van Rembrandt.

Hierna kwamen we in het boudoir (= een fraai ingerichte dameskamer). Zolang de familie in het huis woonde, heeft de vrouw des huizes hier brieven geschreven. Er stond een bonheur du jour; een kleine dames schrijftafel. Het kleine kabinetje dat er nu nog staat stamt uit de late 17e eeuw. Het schilderij van De drie Gratiën door Gerard van Honthorst heeft naar verluid lange tijd op zolder gehangen, omdat het te onzedelijk zou zijn voor de kinderen die op het slot woonden;

De meest indrukwekkende ruimte is de Gobelinzaal. De betimmering en de wanden zijn 18e eeuws, maar het wandtapijt stamt uit de late 17e eeuw. De bosrijke voorstelling met tal van verdwijnpunten doen de ruimte groten lijken dan hij werkelijk is. In de 19e eeuw hingen de wanden vol met portretten en stonden er tal van meubelen. Het wandtapijt heeft tijdens de oorlog opgerold in de kerker gelegen en is nooit ontdekt door de Duitsers;

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de baron opgesloten gezeten in een gevangenis en had de barones enkele onderduikers op het slot wonen. De familie heeft de oorlog overleefd maar door de kosten van het onderhoud is het eigendom geworden van een stichting en nu te bezichtigen als museum en te huren voor trouwpartijen of zakelijke vergaderingen.

Het bijzondere van dit slot is dat de familie veel van de schilderijen en de meubels achter heeft gelaten. Er zijn ook regelmatig tentoonstellingen met bijvoorbeeld het thema servies; dan is al het servies dat de familie in privé bezit heeft tijdelijk te bezichtigen.

Zo bevat de eetkamer één van de weinige nog complete vooroudergalerijen in Nederland. De inrichting is sinds de 19e eeuw weinig veranderd. Op tafel staan delen van een porseleinen servies dat rond 1750 op bestelling in China werd gemaakt. Het is uniek omdat het in grote compleetheid bewaard is gebleven. Ook is er een grote verzameling glaswerk, hier verspreid op tafel en in kasten te zien;

 

Het theekamertje is één van de ruimtes die in de 16e eeuw tegen het al bestaande slot zijn aangebouwd. In de late 17e eeuw werd het kruisgewelf beschilderd met puti die wapenschilden vasthouden (boven in de rechter foto nog net te zien);

 

Deze kamer heeft volgestaan met kostbaarheden die via de VOC naar Nederland waren gekomen. Porselein en thee was uitermate kostbaar en modieus dus het theekamertje was tevens pronkkamer. Via de trap (rechts boven) liepen we naar de volgende etage.

We kwamen in de logeerkamer, daterend rond het einde van de 19e eeuw. De logeerkamer is ingericht met een bureau en een wasmeubel en een erg leuke koffer;

Hierna kwam je in de Bellekamers, waar Belle van Zuylen tot haar dertigste de zomers in deze kamers door bracht. Ze hield zich bezig met schrijven, dichten, musiceren, tekenen, tuinieren en handwerken. Van haar hand zijn honderden brieven bewaard; haar opvattingen botsten geregeld met de adellijke opvattingen van haar familie. In de kamers zijn verscheidene portretten van haar te zien. In 1771 trouwde Belle met de huisleraar van haar broer en is met hem naar Zwitserland verhuisd.

 

De Stenenkamer kreeg haar huidige uiterlijk rond 1920 en is ingericht als herenkamer. er hangen jachttrofeeën en er stond een biljart.

De portretten zijn Frederik Leopold Samuel van Tuyll van Serooskerken (1858 - 1934) en Johanna WIlhemina Schimmelpenninck (1863 - 1922), die Slot Zuylen van verre verwanten erfden in 1899. Hun kleinzonen waren de laatsten die in deze kamer jarenlang hebben geslapen.

De Zuylenkamer dankt zijn naam aan het feit dat het oorspronkelijk het appartement van de heer des huizes was. Later deden de ruimtes dienst als wintervertrekken, die door kleinere omvang gemakkelijker warm werden gehouden. De wandkast in rococostijl bevat nu een bijzonder pronkservies van Duits Meissen-porselein. De grote wandkaart toont Utrecht en haar meest vooraanstaande families, waaronder ook de familie van Tuyll van Serooskerken, te herkennen aan het wapen met de drie hondenkoppen;

Hiernaast ligt de bibliotheek, in 1919 ingericht en bevat vele bijzondere werken waaronder een Statenbijbel uit 1664, 17e eeuws werk van Cats en Vondel en een verzameling adelsboeken. Deze zijn ook bekend als rode boekjes; in blauwe boekjes worden prominente families die niet van adel zijn - het patriciaat - bijgehouden.

Ten slotte kwamen we in de keuken. Kasteelkeukens bevinden zich vrijwel altijd in het souterrain, maar omdat de kelders herhaaldelijk onderliepen, is de keuken van dit slot op de bel-etage. De voorraadkelders waren bereikbaar via een trap. Oorspronkelijk werd er op een open vuur gekookt, maar in de 18e eeuw werden een oven en fornuis ingemetseld. De aanrechten en terrazzo vloeren werden in begin 20e eeuw aangelegd. 

Op de plaats van de koperkast zat vroeger een wenteltrap;


De zolder was niet te bezichtigen.

Wij vonden het een prachtig slot en echt een aanrader om eens te bezoeken. In bijna elke kamer stond een vrijwilliger die je heel graag dingen uitlegde en over de familie vertelde.

De laatste bewoner van het slot, F.C.C. van Tuyll van Serooskerken was tot 1958 opperkamerheer van Koningin Juliana.

Na de bezichtiging sprongen we weer op de fiets en begonnen we aan de 70 km terug naar huis. We hadden een andere route als de heenweg en nu fietsten we een heel stuk langs de Vecht en de mooie huizen van Mijdrecht. We aten onderweg nog ergens en tegen 17 uur waren we weer thuis. 




.















Saturday, August 28, 2021

20-8-‘21. Het Nieuwe Waterlinie Museum Bunnik en 86 km fietsen.

Peter wilde best eens mee op een fietstocht mits niet langer dan 60 tot 80 km. (Die extra 6 km van de titel heb ik er ‘s morgens nog even zelf bijgesprokkeld). Moet ik er wel bij zeggen dat hij geen elektrische fiets heeft en nooit fietst, maar met al dat geroei en gehol van hem gaan onze beenspieren gelijk op met mij op een elektrische fiets.

We besloten ons te richten op Utrecht (kwam ook goed uit met de voorspelde westenwind) en met een museum als extra doel van de fietstocht.

Ik selecteerde een paar opties en hij koos voor het Nieuwe Waterlinie Museum in Bunnik.

We vertrokken rond half 10 - het was natuurlijk ook maar een kippeneindje. Hij had de waterdichte fietstassen waar ik me vorige week suf naar gezocht had, binnen een uurtje gevonden - in de schuur in een tas waar ik ook in gekeken had. Het is me nog onduidelijk hoe ik die dingen over het hoofd heb kunnen zien! Maar goed, ze zijn boven tafel. In dezelfde tas vond hij nog een banden-plaksetje en hij wilde die al weggooien - waarschijnlijk toch verteerd - maar het leek me wel handig om die gewoon mee te nemen. Een slimme beslissing, want na nog geen 40 km rijden;

kwam het setje wel heel erg goed van pas!

Vlak voor het museum kwamen we langs een snacktent met picknick banken en hij smikkelde van een broodje kroket en ik had lunch mee. Allebei blij.

Daarna was het tijd voor het gereserveerde tijdslot en fietsten we de laatste kilometer naar het museum. 

de ingang

We vonden het allebei een zeer interessant museum. Het was ongelofelijk, maar we hadden allebei op school nooit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gehoord;

De Nieuwe Linie is in 1815 gebouwd, als aanvulling op de vorige waterlinie, die Utrecht onbeschermd liet. Het is 85 km lang, er staan 45 forten, 6 vestingen en 2 kastelen langs en het is het grootste rijksmonument van Nederland. Hij loopt grofweg tussen het Muiderslot en Papsluis (onder Gorinchem).

Het museum is in het Fort bij Vechten en verhaald over de geschiedenis van dit enorme project. Het is een uniek verdedigingssysteem; door met opzet sluizen te openen en dijken door te steken kan een uitgekiend gebied onder water gezet worden en zo vijandelijke legers tegen houden. 

Maurits van Nassau heeft de linie ontworpen toen hij in 1589 legeraanvoerder werd. Het idee was niet nieuw maar Maurits pakte het systematisch aan door voor een langgerekt poldergebied te kiezen, waar hij op kwetsbare plekken, waar de waterbarrière op zijn smalst is, forten en kanonnen liet bouwen. Hij zorgde dat het water kniehoog kwam te staan; te diep om doorheen te waden (zeker omdat je dan de sloten niet meer kunt zien dus zelfs als je er doorheen loopt kun je verdrinken in de diepe slootjes waarvan je niet weet hoe breed ze zijn) maar te ondiep voor boten. Het duurt een week voordat het water hoog genoeg staat en dan moeten troepen ook nog voorkomen dat boeren, die hun oogst verloren zien gaan, de boel saboteren. In 1672 hield de Waterlinie met succes een Franse legermacht tegen.

In de winter van 1795 probeerden de Fransen het opnieuw; het vroor toen zo hard dat het franse leger het ijs kon oversteken en heel Nederland bezette. 

De Nieuwe Waterlinie was een initiatief van Koning Willem I, bouwkundig en militair genie Cornelis Kraijenhoff en ingenieur Jan Blanken. 

Nieuwe Hollandse Waterlinie is driemaal in staat van paraatheid gebracht - telkens tegen de Duitsers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte de linie mogelijk preventief. De forten en de Nieuwe Hollandse Waterlinie waren 4 jaar lang volledig bemand en Nederland blijft bespaard. Misschien omdat een Duist spionagerapport uit 1908 de Waterlinie een onoverkomelijke hindernis had genoemd? 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog overrompelden ze ons land en bovendien gooide de Luftwaffe parachutisten achter de waterlinie neer. Aan het einde van de oorlog draaiden de Duitsers de rollen om; ze lieten zelf delen van de Waterlinie en ook andere gebieden onderlopen in een (vergeefse) poging de geallieerden te stoppen. 

In 1951 wordt de Nieuwe Hollandse Waterlinie als militaire linie afgeschaft. Toch blijft tot 1963 de Kringenwet van kracht; binnen een straal van een kilometer rond de forten en vestingen mag niet worden gebouwd zonder toestemming van het ministerie van Defensie. Met als resultaat dat er nu een prachtige, ongerepte groene gordel langs de Randstad loopt. Dit maakt de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot een bijzonder landschapsicoon en het grootste groene Rijksmonument van Nederland. 

In het museum kun je door aan wielen te draaien bepaalde stukken onder water zetten;

 

Achter het raam (rechts boven) kun je een virtual reality-parachutesprong over Nederland maken;


Hierna gingen we naar buiten om ook nog iets van Fort Vechten te zien;

Hieronder een foto van een kazemat. Dit is een gesloten bomvrije ruimte, uitgevoerd in steen of beton en is ingericht voor het opstellen van geschut of vuurwapens. Ze zijn daarom ook voorzien van één of meer schietgaten en maken deel uit van een fort of vormen een zelfstandig te verdedigen werk in een linie;


Peter bij een kazemat.

Deze vesting bood een goed overzicht op de omgeving en was zeer uitgestrekt;




Hierna had ik nog best even het Castellum Fectio willen bekijken. Dit is het oudste Romeinse hulptroepenfort in Nederland. Precies bij Fort Vechten kruist de Nieuwe Hollandse Waterlinie een veel oudere verdedigingslinie; de Romeinse Limes, de noordgrens van het grote Romeinse rijk. Onder de resten van het 19e eeuwse waterliniefort, liggen de resten van een 'vicus' (Romeinse nederzetting); Het Romeinse fort, castellum Fectio is 2000 jaar geleden gebouwd net ten westen van Fort Vechten. Fectio is met 2.6 ha. het grootste castellum van ons land.
Hoewel we er zowat langs fietsten, had  Peter had zijn culturele tax bereikt dus maakten we maar geen stop. Er is alleen nog een plattegrond van over maar wie weet loop ik er binnenkort een keer met Tonia als we weer verder gaan met onze Limes-wandeling.

Hierna fietsten we naar ons hotel aan de rand van Utrecht, en nadat we gedoucht en gesetteld waren fietsten we naar het centrum om in een restaurant te gaan eten. Dat was nog niet zo makkelijk; vriendin Karlien heeft wel 10 suggesties gedaan maar alles zat vol of was opgeheven.
Maar waar we uit kwamen, was een prima restaurant en tevreden fietsten we na afloop weer terug naar het hotel.

Morgen verder!














Sunday, August 22, 2021

18-8-'21. Gouda Cheese Museum en Trage Tocht Gouda. 15 km.

Vandaag weer eens op pad met Patricia. Door wederzijdse vakanties en kinderen die onze zorg nodig hadden al een poos niet samen gewandeld. We besloten dicht bij huis te blijven en ik vond een nog niet gelopen wandeling rond Gouda.
De start was bij station Goverwelle en al snel liepen we door het het Goudse hout. 



Het was een verrassend groene tocht, veel bomen, wat weilanden en een veenweidegebied.

We kwamen langs een gerestaureerde Dubbele Reeuwijkse Sluis;



Dit verlaat stamt vermoedelijk uit 1604. Het is een drieweg schutsluis (= dubbel verlaat) want de sluis heeft 3 ingangen. Dit is de kleinste en de oudste van Nederland en is in 2010 gerestaureerd.

Langzaam naderden we de eerste bebouwing van Gouda en al snel liepen we in de binnenstad. We kwamen langs de Agnietenkapel (uit 1450). Het Agnietenklooster werd na de Reformatie afgebroken maar de kapel bleef bespaard voor lakenfabricage en na 1653 kwam er bijna 3 eeuwen de lommerd (Bank van Lening) in. Hier konden Gouwenaren tegen een onderpand geld lenen.

 

Inmiddels wordt het gebouw gebruikt voor culturele evenementen en ontvangsten. 

Hierna liepen we het hartje centrum in. Leuk doorkijkje op achterkant van de Waag en het Stadhuis;


Patricia was nog niet eerder in Gouda geweest en ik wilde graag het Waaggebouw in. Het bleek dat het museum alleen met een rondleiding te bezichtigen is en over 4 minuten zou starten. Dus we melden ons er allebei voor aan.
Er was niet zo veel te zien maar de gids wist veel te vertellen (antwoorden op vragen daar had ze het een stuk moeilijker mee!) en dat maakte het leuk. Alleen had het ook wat korter gekund.

Eerst vertelde ze wat verhalen over de buitenkant. 

 

De bovenverdieping was eigenlijk voor de waag-functie niet belangrijk en werd van 1668 tot 1907 door de Goudse schutterij gebruikt als wapenkamer.  Daarna werd de ruimte onder andere  gebruikt als expositieruimte, kantoor van een veearts en kantoor van de reinigingsdienst. Sinds 1995 is de Waag het Gouda Cheese Museum.

Op het reliëf in de voorgevel staan mensen afgebeeld die kaas wegen en notities maken. De meest rechter persoon is een Arabier. Mogelijk is hij erop afgebeeld omdat Arabieren al kaas maakten in gedroogde magen van hun dieren, of misschien leek zijn tulband op een kaas.
Doordat het marmer ging verweren werd in 1998 het reliëf vervangen door een kopie in dezelfde marmersoort. Er ontstond commotie dat het copie te wit was, maar marmer verweert (wordt grijs) en versuikert (wordt bros en korrelig). Het oude reliëf is te bezichtigen op de 1e etage;


De voet van de linker man hielp mogelijk het gewicht van de kazen wat te verzwaren!

Ter weerszijden van het reliëf bevinden zich de wapens van de vier burgemeesters van Gouda in 1668.
De Waag is in 1668 gebouwd nadat Gouda in 1667 van de Hollandse Rekenkamer het recht van de Waag voor vijftien jaar had kunnen pachten (en werd daarna stilzwijgend verlengd). Met de bouw van de Waag werd tevens de hoogte van de andere gebouwen in de omgeving genormeerd. De daklijst van de naastliggende herberg De Oude Salm moest volgens voorschrift van het stadsbestuur ten minste 6 voet (1.70 meter) lager zijn dan die van de Waag. Uit ongerief heeft hij een gevelsteen in zijn herberg laten metselen van een sacherijnige zalm met de tekst 'Niet te hooch niet te laech van passe';
 

Herberg de Oude Salm wordt al in 1551 vermeld en geldt als de oudste herberg van Holland. 
Oorspronkelijk werden er in de Waag allerlei zaken gewogen, maar van lieverlee is het gebruik van de Waag beperkt tot het wegen van kaas. 

Binnen is op de begane grond nog een weegschaal te zien. De weegschaal kon in zijn geheel naar buiten worden verplaatst via een houten schuifsysteem aan het plafond;

 

Hierna liepen we naar boven waar we het originele marmeren reliëf konden bekijken. 
De gids vertelde ook nog over andere handel van Gouda. Jaarmarkten in de 15e eeuw. Heffing van belasting op graan voor de bierbrouwerij. Wollen lakens (16e eeuw), tabakspijpen van klei, aardewerk, kaarsen en stroopwafels. 

De diverse nijverheden werden in apothekerskasten tentoon gesteld; in een foeilelijke kleur blauw dat 'vliegen zou afschrikken'.
Vooral kaarsen werden een wereldsucces omdat de Goudse kaarsen niet dropen door een andere grondstof te gebruiken. Helaas nam de vraag aan het eind van de 19e eeuw af door de uitvinding van de gloeilamp. 

Door met hun tijd mee te gaan en in te spelen op de marktvraag bleef Gouda een welvarende stad. Ook omdat de scheepvaart dwars door Gouda moest varen (oa naar Rotterdam) en deze doortocht door Gouda via diverse sluizen soms dagen in beslag nam.

Op zolder tenslotte werd de geschiedenis van kaas verteld. Nomaden maakten 5000 jaar geleden al kaas. In Nederland sinds de prehistorie; rond 800 BC.
Op zolder kon je diverse oude attributen bewonderen, zoals de vaten waarin kaas gemaakt werd;

 

Hierna hadden we genoeg gezien en liepen via de markt om het Stadhuis langs de Sint Janskerk. (meer informatie over de kerk in een ander blog);

 

Misschien wel de bekendste Gouwenaar is Erasmus. Hij is rond 1469 geboren als onwettige zoon van een Goudse priester en diens huishoudster. Hij ging in Gouda naar de Latijnse school, studeerde in Deventer en Utrecht en in een klooster net buiten Gouda. 

We liepen langs het Catharina Gasthuis, nu Museum Gouda, in de middeleeuwen het ziekenhuis van de stad. Dit is de in- en uitgang van het museum;

 

In de poort is nog een reliëf van de looihal te bewonderen; het is een herinnering aan de lakentijd van Gouda; hier werd het laken gekeurd en van een loden zegel voorzien;


Hierna kwamen we langs het Sint Margarethaklooster. Dat werd in 1572 geplunderd en in brand gestoken. In 1599 werd het verbouwd tot aalmoezeniersweeshuis. In 1642 kreeg het pand een nieuwe voorgevel (links onder). In de 18e eeuw werd het poortgebouw neergezet met het reliëf met de weeskinderen (rechts onder);

 

Hierna liepen we de stad weer uit en via het Houtmansplantsoen, het groene Jaagpad van Ooijen en langs de Hollandse IJssel kwamen we door het Baden Powell Plantsoen en Gouds Geschenk. We waren inmiddels al 5 uur onderweg en waren allebei best moe, dus we besloten het laatste kilometertje een beetje af te snijden omdat er ook een dreigende onweerslucht aan kwam.

We redden het precies voor de bui en tevreden reden we naar huis.




.

About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Brazilië en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.