Blog Archive

Followers

Sunday, January 2, 2011

Myanmar - Birma

In september begon ik maar weer eens een balletje op te gooien over een reis naar Birma in de kerstvakantie. Er kwam nauwelijks bijval maar aangezien een zinnig alternatief uitbleef, begon ik langzaam wat voorbereidingen te treffen. Na een maandje waren ze min of meer met het idee verzoend en begon ik tickets te boeken. Singapore - Birma leverde geen enkel probleem op. Maar de binnenlandse vluchten konden niet geboekt worden zonder tussenpersoon in Birma. Het reisbureau in Yangon waar ik vorig jaar al eens contact mee gehad had, was 200% gestegen in prijs en ik had er weinig vertrouwen in. Ik had inmiddels via mijn reisbijbel, de Lonely Planet, al een gezellig klein hotelletje gevonden in Yangon en ik mailde hen of zij een idee hadden hoe ik tickets kon kopen. Er kwam na 3 dagen een mail terug dat zij dat prima voor ons konden regelen en volgens hen voor een heel goed tarief. Ik had maar liefst 4 binnenlandse vluchten nodig. Wat ik wilde bezoeken, lag nl steeds minimaal 10 uur rijden uit elkaar en dat zou te veel voor mijn reisgenoten worden. Bovendien had Peter maar 10 dagen vakantie. Dus ik mailde terug wanneer ik waar heen wilde vliegen. Na een week kwam er antwoord dat ze het zouden gaan regelen. Ik eerst nog informeren wat dat goede tarief nu inhield, waar ik na weer een week enigzinds opheldering over kreeg (inderdaad; redelijke prijzen). Na 3 weken mailde ik maar weer eens hoe het er mee stond. Jaja, het kwam heus voor elkaar, ik moest me geen zorgen maken.

Inmiddels was het half november en had ik nog geen enkele bevestiging. Ik weer eens mailen. Ja hoor, na 4 dagen bericht dat ze 'al' 2 bevestigingen hadden... Maar niets op papier en Peter werd steeds ongelukkiger. Dus eind november schreef ik een zeer dringende mail dat ik tickets wilde betalen en zien want anders wilden we niet komen. Toen kwam er binnen een dag een mail dat ik niets hoefde te betalen van te voren, dat alles echt goed zou komen en dat het nu eenmaal op deze manier werkte in Birma.

Zelfs Peter besloot het toen maar over te geven en we regelden ons visum en de andere hotels voor de rest van de vakantie.

18 december vlogen we naar de hoofdstad Yangon. Ik had de kinderen een beetje uit proberen te leggen hoe de politieke situatie in Birma was. Dat ik daarom niet alleen maar in dure hotels wilde logeren, omdat die vaak eigendom van de regering zijn. Maar ik beloofde hen dat op elke locatie het hotel iets beter zou worden. En dat is ook zo gelukt en zelfs Peter had er vrede mee. Zelfs het wat luxere resort aan zee, waar we de laatste 4 dagen zouden blijven, was geprivatiseerd. En omdat we geen gebruik van een reisbureau hebben gemaakt, heb ik na afloop van de vakantie toch zeker het idee gekregen dat, op kosten voor de binnenlandse vluchten en de toeristenbelastingen na, de rest niet in de zakken van de regering is gekomen.

Eind van de middag kwamen we aan, en we reden met een taxi naar het hotel. De chauffeur konden we betalen in US$ want geld hadden we nog niet kunnen wisselen. Het eerste wat opviel in Birma was dat er in Peters telefoon, zijn levenslijn met van Oord, geen bereik had. Mmm... dat wordt een lekker rustige vakantie!
(moet echter even van Peter vermelden dat hij er nooit over heeft lopen klagen en dat ik, waar ik ook maar een computer tegen kwam, degene was die altijd mijn email wilde lezen)

Het hotel was eenvoudig, met prachtige glimmende houten vloeren en brede bedden en volgens Peter smerig sanitair (jongen is niets gewend)

Er lag nog geen ticket klaar, maar de eigenaars waren ontzettend vriendelijk en verzekerden ons dat ze morgen onze tickets gingen halen en dan konden we ze betalen. Het liep inmiddels tegen etenstijd, dus wezen ze ons een goed restaurant op loopafstand. Ook konden we in het hotel onze US$ wisselen voor locale valuta. Het is me nooit helemaal duidelijk geworden of er nu een zwarte markt voor US$ was. In elk geval nooit een bank en een wisselkantoor gezien, en ons geld steeds in hotels omgewisseld. Op straat werden we ook benaderd om te wisselen, maar die jongens waren mij een beetje te rap met hun vingers.

Toen we buiten over straat liepen, was het eerste dat opviel hoe ontzettend donker het wel niet was. Er waren nog wat simpele winkeltjes open, die wat verlichting hadden, maar straatlantaarns ontbraken volledig. De stoep zat vol gaten, open waterafvoersystemen, en vuil. We liepen dus maar op straat, achter elkaar, goed op de auto's lettend.

Het restaurant was boven verwachting goed en tevreden liepen we terug naar ons hotel en vielen al snel in slaap.

De volgende ochtend werd ik om 5 uur wakker. Omdat ik wist dat mijn familie de komende uren nog wel zou doorslapen en dat niemand op dit tijdstip belangstelling zou hebben voor een tempel, zelfs niet de Shwedagon Paya, besloot ik iedereen lekker te laten liggen en alleen op pad te gaan.

In het aardedonker reed ik in een taxi door doodstille straten van Yangon, en bij de toeristen ingang bleek ik de eerste toerist te zijn van die dag. Ik kocht een entree kaartje met een blinkend nieuw dollar biljet (als je ooit naar Birma gaat; neem geen gebruikte biljetten mee want die raak je niet kwijt. Ze zien elk vouwtje en miniscuul scheurtje - en dat terwijl hun eigen geld bijna van armoe uit elkaar valt af en toe), en ging vol verwachting naar boven.

Voor de boeddhisten in Birma is de Shwedagon Paya het heiligste bouwwerk van het land. Het enorme rechthoekige heiligdom ligt nog geen 100 meter boven de stad, maar omdat de stad vlak is met weinig hoogbouw, kun je de gouden punt van de stupa op veel plaatsen in de stad nog zien. Men schat dat de stupa 2500 jaar geleden gebouwd is, maar door aardbevingen regelmatig is herbouwd. De huidige vorm dateert uit 1769.

Toen ik boven kwam was het eerste wat ik zag dit beeld;




Ik liep tussen de witte tempeltjes door, waar mensen diep in gebed zaten, en kreeg toen het volledige uitzicht op de gouden stupa;




De gouden stupa was sfeervol verlicht en er waren nog weinig mensen. Ze waren aan het bidden, offerden bloemen, of slenterden om de stupa heen. Om de stupa stonden allerlei kleine tempeltjes met boeddha beelden; groenachtig verlicht en met een flikkerend halo boven hun hoofd. De andere kant van het plein rond de stupa stond ook volgebouwd met tempels in alle vormen en maten.

Het duurde niet lang of ik zag een rij monniken langskomen met hun grote bedelnappen. Die gingen hun aalmoezen ophalen in de vorm van voedsel waar ze de hele dag van aten. Net als in andere Boeddhistische landen brengen bijna alle mannen een bepaalde tijd van hun leven door in een klooster. Dat kan al op zeer jonge leeftijd.


Terwijl ik mijn ogen uit keek, werd het heel langzaam wat lichter buiten:



De top van de stupa heeft de vorm van een knop van de bananenbloem versierd met lotus bladeren. Het is bedekt met 13.000 gouden plaatjes van 30 cm2. De top is gemaakt van ijzer, bedekt met goud, en hangt vol bellen. De gouden vaan aan de top beweegt mee met de wind is versierd met 1100 diamanten en 1300 edelstenen. Boven de vaan zitten nog eens 4300 diamanten, en de op de bolvormige top zit een diamant van 76 karaat.

Een groep vrijwilligers veegt de vloer aan. Er hangen overal grote bellen die je kunt laten luiden met een dikke bamboe stok die er naast hangt.

Tegen half 9 was ik weer terug in het hotel en werd iedereen net wakker. We kregen een verrassend lekker ontbijt en daarna besloten we wat door de straten te wandelen richting de markt. Het meest opvallend waren eigenlijk de vrouwen van Birma. De meeste dames smeren de bast van de Thanakha boom op hun gezicht, wat hen het uiterlijk geeft van een goedkope clown of een eczeem probleem. (let maar eens op de foto's in deze blog, ook kinderen zitten er vaak vol mee; het beschermd tegen de zon en huidveroudering)




straatbeeld in Yangon. Lantaarnpalen ontbreken volledig en je waant je minimaal een halve eeuw terug in de tijd...

Na een paar uur zijn we gaan lunchen en omdat het vrij warm werd, hebben we nog even in een internet cafe de ergste hitte uitgezeten. Daarna zijn we met z'n allen naar de Shwedagon Paya gegaan om daar de zonsondergang mee te maken.
Weer buiten ontmoetten we een heel aardige taxi chauffeur die een mercedes had uit 1955, die volgens hem al 5 miljoen km op de teller had staan. Hij bracht ons naar een restaurant en we aten lekker buiten op het terras.


De volgende dag was het tijd voor onze eerste vlucht. Nou, die binnenlandse vluchten; daar kan menig land nog iets van leren. Alles vertrok op tijd en werd perfect afgehandeld. (de meeste luchthavens hadden maar een paar vluchten per dag te verwerken, maar toch!)
We vlogen naar Bagan, nog geen 700 km ten noorden van Yangon. (dat is 20 uur met de trein, 15 uur met de bus of 12 uur met de taxi)
Bagan ligt in een archeologisch gebied van 42 km2, met 4000 tempels, waarvan de helft ruines. De tempels zijn gemaakt tussen 1047 en 1287.

De tempels kun je bekijken per taxi, paard en wagen of eigen fiets. Ons hotel verhuurde wat dubieuze fietsen maar we besloten het er maar op te wagen.


Al snel kwamen de eerste tempels al in zicht. Een heleboel tempels kun je niet meer in, maar de grootste zijn open voor het publiek. Peter heeft er 1 bekeken, ik 5 en de kinderen 0. Gelukkig zijn ze van buiten mooier dan van binnen.


Binnen in de tempels liepen smalle gangen, vaak vol nissen met boeddha beelden. Meestel waren er 4 grote boeddha beelden van goud, eentje in elke windrichting;


Om de tempels liepen wat souvenir verkopers, en een enkele bedelaar. Er waren wel andere toeristen, hier meer dan we elders zijn tegengekomen, maar het is niet in verhouding met de hordes die je bijvoorbeeld in Ankor What in Cambodja tegen komt. De tempels zijn veel kleiner dan in Cambodja, maar door de enorme hoeveelheid, en de rust die het landschap uit straalt, zijn ze zeker niet minder indrukwekkend.






Braaf allemaal wachten tot moeders weer de tempel door is gehold. (leesboekje erbij)


Deze stupa lijkt enigszinds op die in Yangon. Hier kon je niet in; alleen omheen lopen.


Monniken zijn gekleed in het donkerrood, nonnen in roze tinten. De meesten vond het prima om op de foto te gaan.
's Avonds in het hotel kwamen we een paar vrouwen tegen die net als de vrouwen in noord Thailand, gouden ringen om hun nek deden in hun tiener jaren, steeds eentje erbij. Inmiddels kunnen de ringen nooit meer af want hun nekspieren zijn ernstig verzwakt. Ze hebben deze ringen ook onder hun knieen, boven de kuit.
Er zijn nog steeds jonge vrouwen die hieraan gaan beginnen. Vreselijk.


De volgende dag besloten we dat we wel genoeg tempels gezien hadden, en gingen we op zoek naar een taxi. Die bracht ons in anderhalf uur naar Mount Popa. Dit is een enorme rots van 700m hoog, waarop een pagoda staat. Miljoenen jaren geleden was dit een vulkaan.



Het was nog een hele klim naar boven - de 2e helft op blote voeten!! Maar het uitzicht was prachtig;



's Avonds hebben we een toch maar een paarden-taxi genomen naar een heerlijk restaurant;


De volgende dag vlogen we naar het Inle Lake.
Het Inle Lake is 22 km lang, 11 km breed en word omringd door bergtoppen. Het meer zelf ligt op 875m hoogte. Aan de oevers en eilandjes zijn 17 dorpen op palen, voornamelijk bewoond door Inthas. Er is geen kustlijn; je kan niet rond het meer wandelen. Iedereen verplaatst zich met houten kano's, al dan niet met een enorme buitenboordmotor. De oever die je ziet, is bedrieglijk want bestaat vaak uit waterlelies.

De Intha hebben een speciale roeitechniek tijdens het vissen; ze staan op een been en roeien met het andere, zodat de handen vrij zijn voor het vissen;


Ons hotel lag ook op palen (Peter zit op het terras van het eerste huisje), op de rechter foto ons uitzicht;

Voor de 2 dagen die we hier doorbrachten, huurden we onze eigen boot en de eigenaar, die redelijk Engels sprak, liet ons de hele omgeving zien.
Eerst bezochten we diverse dorpjes waar veel huisnijverheid gedaan werd. We bezochten een zilversmid, papier 'fabriekje', sigaren makerij, een smidse, en een weverij. De simpelste dingen werden nog met de hand gedaan, zoals in Nederland je dat te zien krijgt in het Archeon.
Verder zagen we overal akkers met groente en rijst (rechter foto);



school'bus'
.
Het leukste vonden we de locale markt. Het was nog een aardige wandeling door de rijstvelden heen, we waren door onze bootsman grofweg op pad gestuurd en we volgden maar de meest begaanbare paden. Op een gegeven moment voelden we dat we in de buurt kwamen doordat we mensen met volle 'boodschappen'tassen tegen kwamen.
En uiteindelijk vonden we dan ook de markt;

rechts; ik had een paar knuffels mee genomen die ik weggaf. De meeste kinderen reageerden heel verbaasd. Ik denk dat ze helemaal geen speelgoed hebben. Vaak keek moeder blijer dan het kind dat er eerst niets van begreep - maar het toch gelijk stevig vastpakte...


thee





bepakt en bezakt terug naar huis
Eigenlijk het enige minpuntje van dit prachtige stukje Birma was de temperatuur. Overdag, vanaf een uur of 11, was het in het zonnetje wel uit te houden, maar de avonden, nachten en ochtenden waren vreselijk koud en onze vliestrui en spijkerbroek waren eigenlijk ontoereikend...
Na 2 dagen vlogen we echter weer naar onze volgende bestemming; op verzoek van man en kinders 4 dagen zon, zee en strand.
Op internet had ik een geprivatiseerd resort gevonden in Ngapali. Het bleek een superdeluxe resort waar ook nog eens de 2 diners en een kerstdiner bij de prijs inbegrepen waren. We werden opgehaald in een hele grappige bus en naast een welkoms drankje kregen we ook een schelpenketting om ons nek met onze namen in de grootste schelp gegraveerd.


We waren ook blij dat we die vliestruien weer uit konden trekken, al was het niet voor lang want ook hier was om 6 uur de zon weg en ook de warmte. Met als gevolg dat we onze gezellige kerstjurkjes in de koffer konden laten en kerstavond WEER in vliestrui en spijkerbroek aan het kerstdiner (grote kreeften) zaten.
De dagen vlogen hier om. Dagje strand (op de rechter foto zie je hoe rustig het strand is) met lange strandwandelingen en mooie schelpen zoeken. Een paar km verderop is een dorpje, en het was opvallend dat alle Birmese mensen volledig gekleed de zee in gingen. Op de rechter foto is ons huisje, hier zaten 6 kamers in. Er waren een paar van dit soort huisjes, en ook
1-kamer huisjes. Er waren hier, net als in Bagan en Inle, wel wat andere toeristen maar het was zo rustig vergeleken andere vakantie landen!


We zijn nog een dag gaan snorkelen en hebben een andere dag een fietstoertje gemaakt in de omgeving. Toch een uitdaging met die fietsen daar.



We hebben een heerlijke vakantie gehad. Wie interesse heeft, kan ik alleen maar tegen zeggen; wacht niet te lang!!


About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Braziliƫ en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.