Blog Archive

Followers

Friday, September 21, 2012

12 en 13 juli Vesuvius en Pompeii


Donderdagochtend, 12 juli verlieten we Rome en gingen op weg naar Pompeii. Ik wilde heel graag via Napels rijden, Peter had er een hard hoofd in ivm de maffia, maar hij vond het prima als Lilith en ik 1 bezienswaardigheid zouden bekijken, dan zou hij bij de auto blijven zodat hij niet leeggeroofd kon worden.
We zochten een attractie uit midden in het centrum, een kerk met een beroemd schilderij, waarbij aan deze kerk nog een kunsttentoonstelling was verbonden. Lilith had van school de opdracht 2 kunsttentoonstellingen te bezichtigen, zodat het nog een nuttig uitstapje werd ook.
Maar de uitdrukking 'Eerst Napels zien en dan sterven' kun je rustig met een korreltje zout nemen. Wij vonden het maar een vies, druk stadje.

Hierna reden we vlot door naar Pompeii, brachten de koffers in onze hotelkamers en vertrokken toen op weg naar de Vesuvius.
De Vesuvius heeft een doorsnede van 8 km en is bijna 1300 meter hoog. Je kunt een heel stuk met de auto de vulkaan op, en vanaf de parkeerplaats is het nog een paar honderd meter omhoog via een zanderig kiezelpaadje.





Het was gelukkig al wat later in de middag, en de wandeling omhoog was heel aardig. Je had prachtige uitzichten en na een minuut of 40 waren we boven;




Hier hadden we een prachtig uitzicht op de kratermond. Het was een kale bedoeling zonder de gloeiende kooltjes die ik op de Etna gezien had;


In de 20e eeuw zijn er nog 6 uitbarstingen geweest van de Vesuvius, de laatste in 1944.
De bekendste eruptie is die van augustus 79. De top van de vulkaan explodeerde en de Romeinse plaatsen Pompeii, Stabiae en Opiontis werden volledig bedolven onder as en puimsteen. Herculaneum, 7 km verderop, werd binnen 4 minuten na de explosie bedolven onder een lavastroom.
Inwoners hadden geen enkele kans, en zij die met een bootje de zee op vluchtte, werden gedood door dodelijke gassen. Ongeveer 10.000 mensen zijn destijds gedood.


Dit is het uitzicht op de Middellandse zee en Pompeii vanaf de top van de Vesuvius.




De volgende dag stonden we om 9 uur voor de ingang van Pompeii. Ze gingen precies open. Een goede zet; we hoefden het eerste uur Pompeii met erg weinig andere toeristen te delen en bovendien verwachtten we voor de ergste middaghitte het meeste gezien te hebben.


Pompeii ontstond in de 7e eeuw voor Chr. 
In 79 na Chr. werd Pompeii compleet bedekt door een 4 meter dikke laag as en brokstukken als gevolg van een uitbarsting van de Vesuvius. Hierdoor is het een van de best bewaarde Romeinse steden geworden.
De eerste overblijfselen werden aan het eind van de 16e eeuw ontdekt, en sinds de 18e eeuw worden er archeologische opgravingen verricht. Inmiddels is Pompeii voor 60% opgegraven.


Basilica, het voormalige gebouw voor handel en rechtspraak.







Een overzichtsfoto van het Forum, met de Vesuvius op de achtergrond.
Het Forum is een groot plein (32 x 142 m.) omringt door tempels en gebouwen voor handel en het stadsbestuur.
Achter de witte zuilen staat een gebouw volgepakt met urnen en een paar gipsafdrukken van slachtoffers (zittend in het midden achter de grote kom) van de vulkaan;



De archeoloog Fiorelli bedacht in 1860 het procede om gipsafgietsels van de slachtoffers te maken. Hier en daar zijn er een paar tentoongesteld.


Binnen de stadsmuren van Pompeii lagen 3 openbare badhuizen. Ze hadden een ingenieus verwarmingssysteem onder de vloer.
Er waren aparte gedeeltes voor mannen en vrouwen. Het mannengedeelte had soms ook een openluchtzwembad.




Dit is een bakkerij met maalstenen en een oven.



























De meeste straten in Pompeii lopen recht toe recht aan. Ze zijn meestal tussen de 2 en 4 m. breed en geplaveid met grote blokken basalt.

De trottoirs zijn 30 cm hoger. Om de straten te kunnen oversteken zijn er op veel plaatsen stapstenen (staan we op - rechter foto). De wagens konden hier precies tussendoor omdat ze allemaal even breed waren. In de meeste straten konden de wagens elkaar niet passeren en was er eenrichtingsverkeer.














Er waren veel cafetaria's. Hier verkocht men warme dranken, die werden verwarmd door een warm-waterreservoir. Ze hebben allemaal en L-vormige, met marmer ingelegde toonbank waarin zich aardewerken potten bevinden. Hier zaten droge etenswaren als vruchten, linzen en bonen in. Kruiken met wijn stonden op de grond of hingen in rekken aan de muur.


De huizen in Pompeii waren typische atrium huizen. Het atrium vormde het centrale gedeelte in het huis. Hierachter lag meestal een binnentuin, en rondom de tuin en het atrium lagen verschillende woon- en werkvertrekken. De meeste huizen hadden ook een bovenverdieping, maar daar is weinig van bewaard gebleven. De meubels, die grotendeels van hout waren, zijn ook volledig verdwenen. 

Maar de huizen waren rijk versierd met mozaieken op de vloeren en fresco's op de muren, en er zijn diverse bronzen ornamenten teruggevonden.








Het theater, gebruikt voor toneelvoorstellingen en politieke bijeenkomsten, stamt uit de 2e eeuw voor Chr.
Er was ruimte voor ongeveer 5000 personen. Achter het podium was een versierde achterwand van 3 verdiepingen hoog (nu slechts de fundering links van te zien).
Hierachter lag een soort foyer voor de toeschouwers, met zuilengangen en winkeltjes.







In de uiterste zuidoosthoek, bijna tegen de stadsmuur, ligt het Amfitheater, dat werd gebruikt voor gladiatoren gevechten en gevechten met wilde dieren. Voor zover bekend is dit het oudste stenen amfitheater uit de Romeinse oudheid. Op de bovenste foto staan we voor de ingang, onderste foto zoals het er nu binnen uit ziet.
Het is niet zoals de meeste amfitheaters met boogconstructies en beton op de grond gebouwd, maar er werd een kuil gegraven, waarin de arena kwam te liggen. De vrijgekomen grond werd er omheen geplaatst als een aarden wal, die door een steunmuur is omgeven, en waarop stenen zitplaatsen werden aangelegd.
Het amfitheater meet 135 x 104 m., en de arena 66 x 34 m.



Een wijngaard met Vesuvius op de achtergrond.


Tot slot; een mooi doorkijkje op een binnenplaats;





Na een uurtje of 4 begon het erg warm en druk te worden. Wij zijn ergens gaan lunchen, en daarna was mijn familie niet meer te bewegen om de noordkant van Pompeii nog even door te lopen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat niet heel erg jammer vond. 

We besloten een siesta te houden in ons hotel, en daarna nog een bezoek te brengen aan Herculaneum, het plaatsje aan zee dat ook bedolven is geweest onder het as van de Vesuvius. 
Het duurde even voor we het gevonden hadden, en vanaf de hoger gelegen weg kreeg je al een goede indruk van het dorp. Het zag er echter zo klein en onaantrekkelijk uit, na Pompeii, dat we besloten dit maar niet te bezoeken.
We gingen dus maar eens bijtijds aan het diner die avond.






14 - 21 juli; een week flottielje zeilen.


Zaterdag 14 juli verlieten we Pompeii en op mijn verzoek reden we via de Amalfi kust richting Salerno, waar we op onze gehuurde zeilboot zouden stappen. We hadden een flottielje zeilreis geboekt op een eigen boot, volgens Peter (die de boot had uitgezocht) met kok en 2 bootsmaatjes. Toen ik verschrikt vroeg waarom die bemanning mee moest, bleek dat ik de kok was en de kinders de bemanning.


Het was mijn geluk dat we niet vroeg op die boot mochten stappen, anders hadden we de snelweg genomen. We waren nauwelijks Pompeii uit of we zaten al in de file. Tientallen verkopertjes langs de weg bevestigden ons bange vermoeden dat het niet om een klein incidenteel oponthoudje zou gaan,maar dat heel Rome en Napels onderweg was naar een plekje op een van de vele zandstranden aan de beroemde Amalfi kust.
De kinders achterin zaten het lijdzaam uit met een boek en een Ipod, maar Peters humeur zakte naar een absoluut dieptepunt. Als het aan hem had gelegen was hij al na 5 minuten omgekeerd richting snelweg, maar ik overtuigde hem ervan dat het zinloos was om zo vroeg in Salerno aan te komen en dat we die file toch maar een uurtje de kans moesten geven om op te lossen. Nou, dat lukte net aan en daarna schoot het nog niet echt op, maar de beloofde spectaculaire uitzichten maakten het een leuk tochtje;

 

De Italianen noemen de weg ‘Nastro Azurro’ en hij is in 1850 ontworpen voor de smalle paard- en ezelwagentjes uit die tijd. Het zit vol haarspeldbochten, loopt over diepe ravijnen en de tunnels zijn uit pure rots gehouwen. Het is een 50 km lang gevecht van jouw personenwagentje tegen de buschauffeurs.
Het advies van de Lonely Planet reisgids; ‘The trick to driving the coast is to stay calm, even when your toddler throws up all over the back seat or your partner tells you to look at the view while you’re inching around a blind corner’.

Ik had met Peter de afspraak gemaakt dat als hij 3 mensen langs de kant van de weg foto’s zag maken, en er plek was voor onze wagen, ik minstens 3 foto momentjes zou krijgen.
Daar heeft hij zich braaf aan gehouden;

   

Op advies van mijn Italiaanse vriendin Mariella besloten we te lunchen in Ravello, een omweg van maar liefst 4 km enkele reis. Dit dorp lag dus iets landinwaarts, hoog op de heuvels met een prachtig uitzicht over de kust;


De dorpskern lag aan een kerk waar enige restaurants en leuke winkeltjes de kerk gezelschap hielden. Na een paar lekkere broodjes en salade kregen we nog 10 minuten winkeltijd en daarna was het nog een klein uurtje naar de boot.

We hadden inmiddels een telefoontje ontvangen van Everisto, de eigenaar van de boot. Het bleek dat in de haven een bom was ontdekt uit de 2e wereld oorlog. Hierdoor mochten we wel lopend alle bagage (en proviand) aan boord brengen, maar was het niet mogelijk om met de auto het terrein op te rijden.

Voor de slagbomen van het parkeerterrein dus de hele bende uitgeladen en op zoek gegaan naar een trolley. Daarna heeft Peter de auto naar een parkeerplaats gebracht bijna 3 km verderop en zijn de kinderen en ik begonnen de overvolle, loodzware trolley richting de boot te slepen. Geen fijne exercitie om 3 uur ‘s middags in de brandende zon. De kinderen kregen ruzie dat de een niet hard genoeg duwde (Lilith) en de ander te hard duwde (Jillis). Ik had geen haast bij een boot te komen waar we toch niet op mochten dus ik moest Lilith gelijk geven. Rustig aan. Jillis heeft toen maar het trektouw genomen en wij duwen. Eenmaal bij de boten was er onduidelijkheid over welke aanlegsteiger we moesten nemen. Peters aanwijzing; 'de laatste witte boot aan die steiger is het' hielp weinig want alle boten zijn wit en er waren tientallen steigers. Dus Lilith en ik vonden een plekje in de schaduw en Jillis ging proberen aan Italianen die geen woord Engels spraken te vragen welke zeilboot de onze was.Na een eeuwigheid kwam Peter terug, en toen duurde het nog zo’n eeuwigheid voordat alle verhuur reglementen uitgelegd en ondertekend waren en de boot geinspecteerd was en pas daarna konden we eindelijk de spullen inladen en gaan inrichten.

     

Voor degene die iets van boten afweten en geinteresseerd zijn in het type; het is een Grand-Soleil 40. Voor de iets minder geinteresseerden; het is een 12 meter lang zeiljacht met 2 zeilen, 3 slaapkamers, 2 wc/badkamers en een huiskamer met keuken.

     
Twee van de drie slaapkamers.

De douche is het kraantje in de wasbak van het toilet, die je tot doucheslang lengte kunt uittrekken en als je geluk hebt komt er nog iets uit wat lijkt op warm water, dat ijskoud wordt zodra je de shampoo uit je haar wilt spoelen.

We hadden ons ingeschreven voor een ‘flottielje zeiltocht’ langs de kust onder Salerno; de Cilento kust.
Er deden 6 zeilboten mee, inclusief de boot van de eigenaar/begeleiding. Totaal waren er 14 volwassenen en 15 kinderen in de leeftijd van 10 tot 22 jaar. 
Terwijl de moeders de laatste boodschappen gingen inslaan en de vaders de eerste ‘captainsmeeting’ kregen, gingen de kinderen al zwemmen, roeien en stiekum rondjes varen in de bijgeleverde rubberbootjes met buitenboordmotor (dat mag niet in een haven).
Er bleken 3 jongens te zijn van Jillis’ leeftijd en 2 meisjes en 1 jongen van Lilith’s leeftijd, dus onze kinderen hadden geluk en we hebben ze die middag nauwelijks meer gezien.

Tegen 8 uur gingen we richting de paar restaurantjes aan de haven, en ontmoetten we het eerste flottielje stel, Josee en Wilfred, met hun zoon Joel, die de rest van de vakantie altijd samen te vinden waren. Alleen als er gezeild ging worden, werden de kinderen zelden uitgewisseld, omdat bijna alle dames dezelfde zeilinteresses en -ervaring hadden als ik en de kapiteins hun eigen kinderen hard nodig hadden als bemanning.

Toen ik Joel later die week vroeg of hij het leuk vond, het zeilen, vertelde hij dat hij samen met zijn vader de boot zeilde en zijn moeder alleen werd ingeschakeld als er op het knopje gedrukt moest worden om het anker te laten zakken. Mijn bewondering voor die jongen steeg, omdat Jillis vooral horizontaal met leesboek of Ipad te vinden was aan boord. Toen ik later met Josee praatte, bleek dat hij helemaal niks uitvoerde en als er geholpen moest worden, moest hij er net als Jillis aan zijn haren worden bijgesleept.
Gelukkig. Alle pubers zijn hetzelfde.

Zondag 15 juli zouden we om 9 uur vertrekken, dus om 7.15 uur stonden we op om de boot zeilklaar te maken (Peter) en het ontbijt te verzorgen (ik). Om 8 uur met moeite de bemanning uit hun kooi getrommeld die hun ontbijtje naar binnenschoven en om 8.30 was de afwas gedaan, troep opgeruimd en was ‘Oscar’ klaar voor vertrek… dat steeds wat werd uitgesteld tot tegen 11 uur de eerste boot op z’n dooie akkertje weg voer. (dit uitstel had nog enige functie; de hoop op meer wind later op de middag)
Het doel van de tocht was het havendorpje Acciaroli, 65 km verderop.

     
De kapitein is er klaar voor...

Eenmaal buiten de haven werden de zeilen gehesen, de zeilen bijgesteld, de zeilen aangetrokken, de zeilen getrimd, maar als we geen motor hadden gehad waren we nooit in Acciaroli aangekomen. Om een uur of 4 gingen we nog voor anker in een leuke baai, de zon scheen nog volop en ik was vergeten hoe helder en blauw de Middellandse Zee ook weer was. Dus ik besloot maar eens een paar rondjes rond de boten te gaan zwemmen. Het water was flink fris toen ik er in sprong, maar je wende er snel aan en al gauw kreeg ik er plezier in en zwom een heel eind de zee in.
Het water bleef helder en je zag regelmatig visjes, een kwalletje, nog meer kleine visjes, wat zeewier in de diepte, en wat zeesterren verscholen onder het zand op de bodem.

 

Weer terug aan boord ontdekte ik dat er een douche was op het achterdek. Ik haalde mijn shampoo en even later was ik weer heerlijk schoon, en ik besloot direct elke dag te zwemmen en buiten te douchen zodat ik niet in dat benauwde wctje hoefde te douchen.
Tegen 6 uur was iedereen weer klaar om de baai te verlaten, en pas tegen 7 uur voeren we de haven van Acciaroli in.
De mannen ruimden de boot op, de dames vertrokken richting supermarkt en de kinderen zochten elkaar op. Het bleek een ontzettend leuk stadje.


We zouden deze avond met z’n allen uit eten gaan, dus beperkten we onze inkopen tot drank, hapjes en snacks voor de volgende dag.
De Italiaanse flottielje leider/eigenaar van de boten, Everisto, had een restaurantje geregeld en toen we eindelijk zaten was het al ver na 9 uur.
Iedereen aan 1 grote lange tafel, de kinderen waren allemaal bij elkaar gekropen en die hadden het minstens zo leuk als wij.
Iedereen had al zitten borrelen want al die Hollanders hadden natuurlijk om 6 uur al honger. En toen kregen we tot onze schrik een 6 gangen maaltijd die bestond uit; kaasplankje met brood, gefrituurde mini pizza’s, anti pasti, ravioli met aubergine, spaghetti met mossels en meloen met ijs toe. Dit alles vergezeld van (volgens de kenners) zeer smakelijke wijnen uit de streek en limoncello als afzakkertje.
Na 12 uur vertrok iedereen om beurten, ik slenterde nog even door het dorp waar op dat tijdstip van de nacht de locale markt met huisvlijt nog in volle gang was, alle winkels waren nog open en achter de kerk was een openlucht concert in volle gang.
Gelukkig was ik zo moe dat ik zelfs mijn oordopjes niet nodig had en als een blok in slaap viel.
De volgende ochtend verse broodjes gehaald, ontbijt gemaakt en op ons gemakje ontbeten.


Ik liet me niet meer opjagen door de 10-uur-vertrekken deadline, en inderdaad, ruim na 11 uur vertrokken we richting de baai van Palinuro,waar we zouden overnachten aan het anker.
Wederom nauwelijks wind, die ook nog pal van achter kwam, en zulke hoge golven die we zelfs bij windkracht 5 op het IJsselmeer nog nooit meegemaakt hadden. Ik had niet zo lang geslapen en besloot in de kajuit op de zithoek een uiltje te knappen. Ik werd wakker toen ze het anker uitgooiden. Ik snap niet dat ik niet erg misselijk ben geweest, maar ik lag strak ingesnoerd tegen de tafel en had heerlijk geslapen.


 

De baai zag er prachtig uit en de jongens pakten de rubberbootjes en scheurden naar hartelust rond;

Frederica en Lilith, op achtergrond Jillis en Joel in de dingy's.

Er waren ook grotten die ze konden verkennen. Ik besloot om een uitstekende rots te gaan zwemmen, maar onderweg bleek de afstand groter dan ik dachten na ruim een uur kwam ik bibberend weer aan boord. Gelukkig was de buitendouche nog lekker warm en ik knapte snel weer op.

Ik kookte pasta (er is hier echt niks anders te koop in die kleine supermarktjes) en Joel bleef bij ons eten. Na het eten vertelde ik hem dat ik nog Hollandse stroopwafels had als toetje en als zijn ouders zin hadden in koffie moest hij ze maar even ophalen met Jillis in hun bootje. Dus even later zaten we gezellig aan de koffie met z’n allen. We hadden ook nog precies 3 flesjes bier koud staan dus die werden te voorschijn gehaald, en het spel ‘Ik hou van Holland’ wat we speelden met de dames tegen de heren.
Tegen half 12 zochten we onze bedjes weer op en wiegden we in slaap op de golven met het geluid van zachtjes piepende masten.

Dinsdag was het 23 km varen naar Scario, maar omdat de wind zeer redelijk was, werden er wat extra rakjes gezeild en las ik mijn 6e boek van deze vakantie uit. Ik had 8 boeken meegenomen en besloot mezelf een beetje op rantsoen te zetten door minimaal 2 dagen over een boek te doen. (zucht)

Toen we Scario in voeren, geschiedde de grote ramp van onze reis. Tijdens het inparkeren in de haven, schoof de boeg van onze buurman bij het inparkeren mijn bikinibroekje van de waslijn. Het was natuurlijk mijn allernieuwste bikini. En de enige die ik mee had genomen aan boord. (had nog wel een badpak bij me, maar dat is eigenlijk te warm).
De broek zonk sneller naar de bodem dan wij hem op konden vissen met de boothaak, het was ruim 5.5 meter diep en het werd al wat donker zodat Peter en een Italiaan, die een hele aardige poging deed om de broek te traceren, hier niet in slaagden. SNIK.
Omdat niemand veel hoop had dat die bikini nog boven water zou komen, liepen Lilith en ik het dorpje maar in om eens te kijken of ze bikini’s verkochten. Tot mijn grote verrassing vond ik in de enige kledingwinkel tussen een stuk of 15 bikini’s ook nog een heel aardig helder blauw exemplaar met wat bruine accenten die zat als gegoten. En dat voor 35 euro.
Hij haalde het niet bij mijn verlorengegane bikini, maar ik was er toch erg blij mee.
We deden nog wat boodschapjes, en daarna haalden we Peter op om mee uit eten te gaan in een visrestaurant met uitzicht op het jachthaventje. Jillis had wat geld gekregen om samen met Joel uit eten te gaan. Die zijn net een Siamese tweeling zo langzamerhand.

De volgende ochtend scheen het zonnetje volop, het water was helder, de bodem goed te zien, maar niks geen bikinibroek en bovendien…5.5 meter diep in zo’n vies jachthaventje… ik trok mijn nieuwe blauwe bikini maar aan en besloot die andere maar uit mijn hoofd te zetten.

 
Scario.

Scario was de meest zuidelijke plaats die we zouden aandoen, en deze dag stond het dorpje Camerota op het programma, slechts 15 km ten noorden van Scario. Maar we hadden zulke super harde wind dat we eerst een flink stuk gezeild hebben, toen voor anker zijn gaan liggen, en daarna nog een paar zeiluurtjes eraan geplakt hebben. Liilth begint erg veel lol te krijgen in het sturen en staat bijna de hele dag achter het grote roer;

 

Jillis is vooral het bedienend personeel van de zeilen;

 

       

Toen we Camerota binnen voeren was iedereen helemaal voldaan over deze super zeildag. In Camerota wachtten ons nog 2 andere verrassingen; de schoonste douches en wc’s die we ooit in een jachthaven hebben aangetroffen, en een supermarkt met echte winkelwagentjes en keus uit diverse soorten van alles!
Omdat we de volgende dag weer zouden overnachten in een baai, kochten we ruim in voor de volgende dag en ‘s avonds gingen we weer uit eten.
Donderdag voeren we de 45 km naar de baai van Ogiastro bijna volledig op de motor… windstil dagje en lekker warm (zoals elke dag).

    

We hoorden dat het in Nederland nog steeds geen zomer aan het worden is en genoten dus extra van deze lekkere temperaturen, dubbel blij dat we geen jacht op het IJsselmeer of Zeeland gehuurd hadden! Ook het flottielje element beviel bijzonder goed; Peter hoefde zich geen zorgen te maken of er plek zou zijn in de havens, over routes en andere zeilzorgjes. De kinderen hadden altijd iemand om mee te spelen en ik altijd iemand om mee te kletsen, en ook rust als je daar geen zin in had. We leerden zo langzamerhand de hele groep aardig kennen, en zowel onder de kinderen als onder de volwassenen zaten totaal geen irritante elementen.

Toen we de baai van Ogiastro binnen voeren, liep het al tegen 7 uur. Ik had mijn eten al bijna gekookt, en toen bleek dat WIlfried jarig was en iedereen vertrok in de kleine rubberbootjes naar de boot van Wilfried. De kinderen op dek en de volwassenen met z’n allen in de boeg. 29 man aan boord; makkie.
Josee had 7 flessen spuitwijn gekocht, een paar zakken chips en een tonnetje olijven. De dochters van de begeleidingsboot hadden een enorme appeltaart gebakken. Hij had uuuuren staan garen in de oven, maar het deeg was nog steeds niet helemaal gaar hier en daar, maar dat deed helemaal niks af aan de smaak.

Pas tegen 9 uur vertrok iedereen weer naar zijn eigen boot. Ik was de enige die toevallig al gekookt had en ik was blij dat ik toen nog niet hoefde te beginnen!
Het enige wat ik nog moest doen was de slagroom, spekjes en geraspte kaas met de al uitgebakken spekjes door de gekookte tagliatelli te roeren, waardoor alles ook weer op temperatuur kwam, en de salade van tomaten, basilicum en mozzarella, die lekker had staan marineren, op tafel te zetten.

De volgende ochtend, vrijdag, zou onze laatste zeildag terug zijn.
De boys voeren nog even de laatste benzine uit hun motortjes en ik zwom mijn laatste kilometertjes. Spontaan deden alle kinderen nog even mee aan het laatste waterpolo toernooi, daarna werden de zeilen gehesen en verlieten we de mooie baai;

 

Het was 50 km naar Salerno, en hoewel de dag windstil begon en de voorutizichten niet zo gunstig waren, viel het alles mee en konden we het hele stuk zonder motor terug zeilen.
Laatste gezamelijke actie in de haven van Salerno; Evaristo (grijze man met zonnebril) tracteerde op 'broodje ijs';


We zijn al aan het praten over onze zomervakantie volgend jaar. Flottielje zeilen in Griekenland, en daarna een weekje cruisen richting Turkije en Cyprus…


.

About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Braziliƫ en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.