Blog Archive

Followers

Friday, November 27, 2020

20 november. Rondje Reeuwijkse plassen met Saskia

Op 20 november had ik met vriendin Saskia afgesproken op een parkeerplaats bij de Reeuwijkse plassen, omdat die ongeveer tussen onze woonplaatsen in lag. Ik kon me niet herinneren hier ooit geweest te zijn dus was ik hier wel voor te vinden. Saskia had ik al 1.5 jaar niet gezien, zij loopt uitstekend en ik verheugde me erop lekker bij te kletsen. 

Op het parkeerterrein bestudeerden wij de mogelijkheden en kozen voor een route van 17 km dwars door de plassen. Echter na 1 km liep de wandeling dood. Waarschijnlijk hadden we het juiste beginpunt gemist. Dus we liepen terug. We besloten maar een stuk te gaan lopen, dwars door de plassen en wel zien waar we uit zouden komen.

Opties genoeg dus dus we gingen opnieuw van start. 

We liepen deels om de plas maar vooral er dwars door heen. Kris kras een beetje maar wel erg leuk.

De Reeuwijkse Plassen behoren tot een natuurgebied net boven Gouda. De Plassen zijn in de 18e eeuw ontstaan door turfwinning. Er zitten hier vele vogels, maar veel verder dan ganzen en eenden kwamen we niet. We hadden het een beetje druk met bijpraten.

Al was het eerste bord dat we tegen kwamen dit;

   

Hadden wij weer...

We hoopten maar dat het broedgebied lang en breed voorbij was. Bovendien liep er een 'autoluwe dijk' door de plassen. We vonden dat autoluw wel tegenvallen. Vooral irritant waren de busjes van bezorgdiensten. We moesten ons af en toe in de berm persen. Er stonden ook veel huizen op diverse dijken en die mensen willen natuurlijk ook niet elke dag lopen of fietsen. Maar een apart wandelpad zou geen overbodige luxe zijn hier. Af en toe was er een wandelpad maar dat was meer geschikt voor 1 mens met hond. Wij wilden naast elkaar lopen. 

Af en toe waren er plekken waar geen auto's reden, maar helaas mochten fietsen daar ook rijden. 

Ook was het lastig om een plasplekje te vinden. Het was allemaal vaak erg open. Maar toch genoten we van de frisse lucht, het water, en vooral van elkaar.





De behuizing was soms vaste bebouwing; van villa's tot bescheidener optrekjes, en veel verlaten vakantie huisjes. Deze was erg leuk;




Maar de uitzichten waren prachtig en we vonden ook een lekker bankje om onze meegebrachte lunch op te eten.

Toen we na een kleine 5 uur (inclusief pauzes) weer terug bij af waren, bleek de stappenteller van Saskia toch 19 km aangetikt te hebben. Dus we waren uiterst tevreden.

Voor herhaling vatbaar!







.

Thursday, November 26, 2020

19 november. Stadswandeling Delft met Margreet.

Delft is de stad van Delfts Blauw, Willem van Oranje, Johannes Vermeer en techniek. Het is een innovatieve stad met een historisch hart. Er zijn weinig Hollandse steden waarvan de middeleeuwse structuur door de eeuwen heen zo goed bewaard is gebleven. De historische binnenstad met haar authentieke grachten en eeuwenoude kerken is kleinschalig en goed te belopen.

Het gebied waarin Delft ligt, was vroeger een woest veengebied. Waarschijnlijk begin 11e eeuw is men aan de ontginning van dit deel van het veengebied begonnen met het graven van de Schie en de Delf; de tegenwoordige Oude Delft. De graaf van Holland heeft bij deze Delf een hof gesticht, waaromheen een nederzetting is ontstaan. In 1246 verleende graaf Willem II aan de toen nog kleine nederzetting 'Delf' de eerste stadsrechten. 

Later is de stad enige malen vergroot, het laatst in het jaar 1355. Achter de naam Delf is op den duur een -t gekomen, waarschijnlijk door dialectisch taalgebruik. 

De stadsrechten waren van groot belang voor de ontwikkeling van de stad; het kreeg zelfbestuur, kon rechtspraak uitoefenen, handel controleren, accijnzen heffen en een omwalling aanleggen.

In 1350 was Delft met 6000 inwoners de 2e stad van Holland. Hierna werd de stad verscheurd door Hoekse en Kabeljauwse twisten en moet de stad zware herstelbetalingen ophoesten.

Delft was een marktplaats voor producten van het omliggende platteland. Vooral boter en bier waren beroemd. Bier, met een klein beetje alcohol dat de bacteriën doodde, was veel gezonder dan het water. Rond 1600 telde Delft 200 brouwerijen, die ook exporteerden.

Delft werd getroffen door enkele rampen. In 1536 legde een stadsbrand 2/3 van de bebouwing in de as, waaronder het stadhuis en de grote kerken. In 1618 brandde het stadhuis nog een keer af. In 1654 ontplofte het kruithuis, waarna er op het grote gat een Paardenmarkt werd aangelegd.

In 1568 kwamen de Nederlanden in opstand tegen hun vorst, de koning van Spanje, onder meer vanwege zijn harde lijn in het handhaven van de katholieke kerk tegen het opkomende protestantisme. De leiding van de opstand was in handen van Willem van Oranje. Delft koos in 1572 de zijde van de Prins. Dat betekende onder meer dat de Oude en de Nieuwe Kerk overgingen in 'gereformeerde' handen. De 10 kloosters werden opgeheven. Veel katholieken ontvluchtten de stad. Willem van Oranje voelde zich niet veilig in het onverdedigbare Den Haag en hij zocht zijn toevlucht in Delft. In 1572 is hij er met zijn gezin in het voormalige Sint-Agathaklooster komen wonen. Sindsdien staat dat gebouw bekend als Prinsenhof en tegenwoordig als Museum Prinsenhof. In 1584 werd Willem van Oranje hier door Balthasar Gerards vermoord. Hij is in de Nieuwe Kerk in Delft begraven omdat het familiegraf in Breda in handen van de Spanjaarden was.

Delft had als belangrijke handels- en zeehavenstad ook een aandeel in de oprichting van de VOC in 1602. Deze onderneming had het monopolie op de handel met het Verre Oosten. Delft was één van de zes plaatsen waar een Kamer van de VOC was. De VOC bracht specerijen en porselein en daarmee ook enorme rijkdom naar Delft. Door de VOC kwamen de Delftenaren in de 17e eeuw in contact met Chinees porselein. Chinees porselein was van een speciale klei hard gebakken, volstrekt waterdicht en bovendien fraai gedecoreerd. Het lukte om het aardewerk op porselein te laten lijken, en men noemde het daarom Delfts Porceleyn.

De 17e eeuw was ook voor Delft een Gouden Eeuw. De economie, kunst en de wetenschap bloeiden. Johannes Vermeer, Hugo de Groot en Antoni van Leeuwenhoek zijn wereldberoemde Delftenaren. Vermeer (1632-1675) is hier geboren en gestorven. 'Gezicht op Delft' en 'Meisje met de parel' zijn wereldberoemd. 

Als gevolg van pestepidemieën en van concurrentie van Amsterdam, Rotterdam en Leiden liep het aantal inwoners terug. Delft werd een arm verstild provinciestadje. In de loop van de 19e eeuw nam de welvaart toe en groeide het aantal inwoners weer. De militaire industrie bloeide op en de stad kreeg in 1842 een Koninklijke Akademie, de voorloper van de TU. In 1847 werd Delft op het spoorwegnet aangesloten. De stadswallen verdwenen bijna volledig en 7 poorten zijn gesloopt. De Oostpoort staat er nog wel.

Na 1850 stichtte JC van Marken de Gistfabriek, de oliefabriek 'Calvé', een gelatinefabriek en een drukkerij. Hij bouwde voor zijn personeel het Agnetapark, een 'tuindorp'; een arbeiderswijk met het karakter van een villawijk.

Links onder begonnen en alleen de stippellijnen links gevolgd (en het drukke plein)

Margreet kent Delft veel beter dan ik, mede omdat haar zoon Tom hier een flink aantal jaar gestudeerd heeft. In elke straat was wel een huis waar ze OF een moeder-zonen diner had gehad, OF een zonen-moeder feest had meegemaakt OF had ze Tom meegenomen om bij te voeden of bij te kleden. Dankzij of ondanks al die studentenfeesten heeft Tom nu een goede baan in Rotterdam en vrienden voor het leven. Achteraf kunnen we er om lachen. Hij heeft wel alles uit zijn studentenleven gehaald wat er in zat. 

Ik was ooit met de kinderen naar het Legermuseum geweest en ik heb wel eens in Delft gewinkeld, maar dat was het wel zo'n beetje. Terwijl ik er jaren op 5 km afstand van gewoond heb. Mijn focus was meer op de hele wereld gericht. Komt dat nu even goed uit in dit bizarre Corona tijdperk. We boften dat vandaag na een sluiting van 2 weken de musea weer open mochten en we hadden er een paar op ons lijstje staan. We boekten niets van te voren; het was toch erg rustig en dan keken we wel waar ergens plek was als we er voor stonden.

Met het boekje 'Historische stadswandeling Delft' gingen we op pad. We kozen een gratis parkeerplekje nog geen 10 minuten lopen van de wandeling, en dat werkte perfect. We kwamen wel midden in de wandeling terecht maar dat maakte niet uit. 

We kwamen als eerste bij de plek waar Vermeer zijn 'Gezicht op Delft' schilderde; het uitzicht ligt aan de overzijde van de destijds levendige haven De Kolk. Alleen de toren van de Oude Kerk is nog zichtbaar en het rode dak van het Armamentarium;

We vonden het uitzicht op de stad er niet op vooruit gegaan; geen hond die op deze plek het Gezicht op Delft gaat schilderen...

Armamentarium

Op Korte Geer nummer 28 staat 'De Metaale Pot' uit 1670; een voormalig plateelbakkerij; 

 

Hierna liepen we de Koornmarkt op. Op nummer 12 stond een neoclassicistische synagoge uit 1862, een beetje ingeperst tussen wat nieuwbouw. En potdicht;

Nr 81 staat het huis 'De Handboog' met een trapgevel;

Het huis is ongeveer gebouwd in 1550 en was een paar eeuwen een brouwerij. Hierna woonde er een boekhouder van de VOC, vervolgens werd het een drukkerij en nu is het een studentenhuis. De vrolijke rode luiken van de bovenste etages komen helaas niet uit op de foto. De trapgevel is er in 1912 opgeplakt.

Op Oude Delft 116 stond voorheen het Heilige Geestzusterhuis uit 1390 dat in 1587 tot meisjesweeshuis werd bestemd. Ernaast stond de Heilige Geest kapel. Beiden gebouwen hebben zwaar te lijden gehad van de stadsbrand in 1536. (De bliksem sloeg in de toren van de Nieuwe kerk en de brandende brokstukken zette de hele stad in de fik).                                      In 1954 waren er nog 13 weesmeisjes over (er was plaats voor 18) en die werden bij familie ondergebracht toen het weeshuis sloot. Boven de ingang van het Meisjesweeshuis zie je 2 stenen beelden van weesmeisjes uit 1769. Heden ten dage is er een studenten sociëteit en een cultureel centrum gehuisvest, de kapel werd omgedoopt tot St Hippolytus kapel. De kapel (foto links) heeft een Maria beeld in een nis op de hoek;

   

Aan het hek van het voormalig meisjeshuis hangt een bronzen plaquette van Antoni van Leeuwenhoek uit 1909. Destijds dacht men dat hij hier gewoond had;

       

Hier had je een goed zicht (vanaf de Boterbrug) op de toren van de Oude Kerk (rechts boven).

Op Oude Delft 147 staat het 'kleinste huisje van Delft'. De bronzen kop boven het poortje is daar ter ere van Pieter van Foreest geplaatst; in de 16e eeuw was hij stadsgeneesheer en lijfarts van Willem van Oranje en destijds een van de belangrijkste medici;

 

Op Oude Delft 161 bevindt zich het voormalig woonhuis van de schilder Pieter de Hoogh. Boven de Sint-Hieronymuspoort, waar doorheen men vroeger het Sint-Hieronymusklooster kon bereiken, zit een gevelsteen die ook op 2 van zijn schilderijen te zien is;

Op Oude Delft 167 staat het Gemeenlandshuis van Delfland. Rond 1500 heeft Jan de Huyter dit huis met de natuurstenen voorgevel laten bouwen. Deze schatrijke schout was ook pachter van de hopgelden. Hij verkeerde aan het hof van keizer Karel V, die bij hem logeerde toen hij in Delft op bezoek kwam in 1540. Het huis is later onder meer de Hof van de graaf van Hehenlohe geworden, die was getrouwd met Maria van Buren, een dochter van Willem van Oranje. Sinds 1645 is dit het bestuurscentrum van het Hoogheemraadschap van Delfland. In die tijd is ook de ingangspartij versierd met de wapens van het Hoogheemraadschap, de toenmalige hoogheemraden en de secretaris en penningmeester;

 

Aan de overkant van de gracht zie je verschillende peilschalen in de kademuur. Er is ook een steen, die aangeeft wat het boezempeil behoort te zijn in Delfland. De hoogheemraden konden dat zo in de gaten houden vanuit hun Gemeenlandshuis. De toren heeft een gouden windvaan op het torentje; een zeemeerman; het wapen van familie Meerman.

Op Oude Delft 169 staat de prachtige gevel van het huis 'Het Wapen van Savoyen' uit 1565;

 

Deze maand heeft het pand tijdelijk andere bewoners en er is een brievenbus waar de kinderen van Delft hun verlanglijstje aan Sinterklaas in kunnen stoppen.

Iets verderop was het Museum Prinsenhof Delft. Via een poortje kwamen we op het Sint-Agathaplein. Op het Sint-Agathaplein staan 3 lantaarnpalen 'met unieke porseleinen omhulsels' uit 2009. Die vonden we maar matig uniek;

 

Aan de gevel van het Prinsenkwartier aan het Agathaplein hangt het beeld van een koorddanser op een lange evenwichtsbalk uit 2019 (foto rechts boven). Die vonden we veel aardiger. De lange wit gepleisterde vleugel is een oude kloostervleugel die bekend werd als Hof van de Prinsessen van Portugal. Emilia, dochter van Willem van Oranje, was getrouwd met prins Emanuel van Portugal. Ze woonden met hun 10 kinderen van 1598 tot 1618 in deze vleugel. Ertegenover ligt de Prinsenhoftuin. In de tuin van het Prinsenhof staat een bronzen beeld (2003) van Willem van Oranje, 'Vader des vaderlands' = Prins Willem de Eerste = Willem de Zwijger. De prins is weergegeven aan het einde van zijn leven, toen hij nog steeds geloofde in de strijd voor vrijheid en verdraagzaamheid;

Rechts van het beeld staat een delfts blauw zitmeubel. Margreet zit erop (rechts boven).

Omstreeks 1400 werd het Sint-Agathaklooster opgericht door diverse rijke weduwen. Alle gebouwen rondom behoorden tot het klooster;

 

Bij de reformatie is in 1572 het klooster aan Willem van Oranje ter beschikking gesteld, die er is gaan wonen met zijn gezin. De fanatieke rooms-katholieke Fransman Balthazar Gerards heeft hier in 1584 Willem van Oranje vermoord. Hij vluchtte vervolgens, maar werd gepakt. In de toren van het stadhuis werd hij gevangen gezet en daarna in het stadhuis berecht. Op een schavot werd hij voor het stadhuis met gruwelijke martelingen terechtgesteld. 

Later kreeg het Prinsenhof allerlei andere bestemmingen. Van Kamer van Charitate, de Latijnse school, de lakenhandel tot kazerne en museum. In het museum is een vaste tentoonstelling over de geschiedenis van Nederland en Delfts Blauw en je kan de kogelgaten zien in de hal waar de moord op Willem van Oranje is gepleegd. Helaas was er pas plek in het museum om 12.45 uur en we wilden niet wachten dus liepen we verder. 

Om de hoek van Prinsenhof ligt de Schoolstraat. op nummer 5  is boven de deur een beeldhouwwerk met een hekwerk er omheen. Het dateert uit 1614 en stelt de 'Caritas' ofwel de 'Liefdadigheid' voor. Hier was vroeger de ingang van de Kamer van Charitate, die in 1597 is opgericht door het stadsbestuur ter verzorging van de armen. Men deelde hier turf, soep en brood uit. De 2 marmeren beeldjes zijn er later bijgezet;

 

Op Schoolstraat 28 staat een koetshuis uit 1776, dat vroeger behoorde bij het huis Oude Delft 197. Er zit nu een yoga school in (foto rechts boven).

Terug bij de Oude Delft is de ingang van de lakenhal en de Latijnse school die beide in het voormalige Prinsenhof waren ondergebracht. Het beeldhouwwerk boven de deur laat de lakenhandel zien;

Bij de voetbrug kun je door een poortje linksaf het Bagijnhof in. Boven de doorgang bevindt zich een stenen voorstelling, die in de loop der tijd ernstig is aangetast. Het reliëf stelt de apostel Johannes, de beschermheilige van de begijntjes, op het Griekse eiland Patmos voor; 

  

Het Bagijnhof was geen echt klooster. De begijntjes leidden er een vroom leven, zonder een kloostergelofte af te leggen. Het begijnhof wordt al in 1271 in een document genoemd. 

Bagijnhof 21 (rechts boven) is een pand met een puntgevel uit 1881 waarachter een oud-katholieke schuilkerk letterlijk schuil gaat. De kerk is in 1743 gebouwd en heeft een rijk versierd barok interieur, maar was niet open voor bezichtiging.

Aan het eind van het Bagijnhof is de Phoenixstraat waar vroeger de westelijke stadswal stond. De Bagijnetoren uit 1500 was een van de torens van de stadswal. Vanaf hier kun je molen de Roos zien;

 

Deze koren-molen stond oorspronkelijk op de stadswal. De zeskantige onderbouw is van vóór 1728 toen het molenaarshuis werd gebouwd. In de Bagijnetoren zit nu een 'Escape room'. De molenwinkel was open maar de molen wegens Corona niet te bezichtigen.

We liepen weer terug en besloten dat we de Oude Kerk zouden gaan bekijken. Maar het bleek dat je 2 kerken voor 1 prijs kon zien en je moest persé bij de Nieuwe kerk beginnen. 
Dus naar die kerk gelopen, via de Markt,  het hart van de historische stad met symbolisch aan de ene kant het wereldlijke gezag (stadhuis) en aan de andere kant het geestelijke gezag (kerk). Het Marctvelt grensde aan het grafelijke hof en werd al in de 13e eeuw gebruikt voor de jaarlijkse Sint-Odulphusmarkt, kermissen en openbare terechtstellingen. De historische binnenstad van Delft bestaat in feite uit 11 eilandjes met 80 bruggen. De Markt was vroeger een eiland met 8 bruggen. Al vele eeuwen bestaat de gewoonte om 'des donderdaegs een vrye weeck-marckt' te houden en inderdaad was er vandaag een grote markt op het plein. Voor foto's stond die markt wel in de weg.

   

Op de Markt staat sinds 1886 een standbeeld van Hugo de Groot.  (foto links boven). Hij is in 1583 in Delft aan de Oude Langendijk geboren. Op zijn 11e ging hij rechten studeren in Leiden en op zijn 15e promoveerde hij in Orléans tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Bij de staatsgreep van Prins Maurits met de contraremonstranten werd hij als vooraanstaande remonstrant voor levenslang gevangen gezet in slot Loevestein. Maria van Reigersberch, zijn echtgenote, heeft hem met een boekenkist daaruit helpen ontsnappen. Hij vluchtte naar Parijs en heeft daar een groot deel van zijn leven gewoond en gewerkt. Hij heeft 80 boeken geschreven en wordt beschouwd als de grondlegger van het internationale volkeren- en zeerecht. Na zijn overlijden in 1645, als balling van de Republiek, in Noord-Duitsland is hij begraven in de Nieuwe Kerk. Zijn grafkelder en grafmonument staan vlak naast die van zijn aartsvijand Prins Maurits.

De Nieuwe Kerk heeft een toren van bijna 109 meter hoog en is de op één na hoogste kerktoren van Nederland. (De hoogste is de Domtoren in Utrecht). Het carillon bestaat uit 36 klokken uit 1660. De kant van de toren waar het carillon hangt is zwart door de zuidwestelijke wind en verwering van het lichtgelige Bentheimer zandsteen.  De kant die wit is is van kalksteen. De toren is met 376 treden open voor beklimming maar voor Margreet hoefde dat niet. 

De Nieuwe kerk is gebouwd tussen 1383 en 1510. Een laatgotische kruisbasiliek is gewijd aan de maagd Maria, maar kreeg tijdens de bouw al Sint-Ursula als 2e beschermheilige. In 1566 is tijdens de beeldenstorm veel verloren gegaan. In 1572 ging de katholieke kerk over naar de gereformeerden. Als je de kerk in loopt zie je in de verte al het grafmonument van Willem van Oranje;

De preekstoel uit 1548 heeft de brand en de beeldenstorm overleefd (rechts boven).

In het koor van de Nieuwe Kerk liggen grafkelders van het koninklijk huis. Willem van Oranje was in 1584 de eerste. Er staat een prachtig grafmonument voor hem;


 

Zijn laatste vrouw, Louise de Coligny en zijn zonen Maurits en Frederik Hendrik liggen hier ook. In het verhoogde deel van het koor bevinden zich grafmonumenten voor prins Willem V, koning Willem I, hun kinderen en Hugo de Groot.

Via een rode loper rond het grafmonument kom je langs allerlei bezienswaardigheden. Het was erg interessant maar we hebben niet alle video's bekeken. We moesten in de kerk een mondkapje voor. Er waren nog 2 andere mensen die ver van ons af liepen.

Het boeiendste was (vond ik) de maquette van de grafkelders. Ik had daar ook graag eens doorheen geschooierd. De beheerder is de burgemeester van Delft en de Oranjes zijn de eigenaars.


De bovenste (= achterste) grafkelder is gemaakt in 1751 en heeft nu alleen nog plaats voor Beatrix, boven de kist van Claus. Ze zijn bezig met een nieuwe kamer voor Alexander en nazaten.
Op de foto rechts boven is de oude grafkelder te zien; hier staat rechts een grote kist; die is van Willem van Oranje. 

Het enige praalgraf van iemand die niet tot de Oranjes behoort is dat van Hugo de Groot. Pas in 1781 was het monument klaar; tempelvormig en met een doodshoofd en een brandende urn op het dak;

In 1618 besloot de Synode van Dordrecht dat er een goede Nederlandse bijbelvertaling moest komen uit de oorspronkelijke talen (Hebreeuws, Aramees en Grieks). Hij kwam in 1637 af en ligt hier tentoongesteld;

De rode loper komt ook langs een grafmonument van prinses Pauline, op 1806 overleden op 6 jarige leeftijd. Zij was het dochtertje van Koning Willem I. Door Napoleons bezetting was zij begraven op een slot bij Berlijn. In 1911 ontdekt een latere eigenaar het verweerde grafmonument in de tuin. Koningin WIlhelmina heeft het kistje en het monument in stilte naar Nederland laten komen. Pauline werd tussen haar ouders bijgezet en het grafmonument staat achter dat van Willem van Oranje;

Ook de zoon van stadhouder WIllem V, prins Frederik, overlijdt in 1799 in het buitenland, aan een koortsaanval. Koningin Emma laat hem overbrengen in 1896. Zijn gedenkmonument hangt achter het beeldhouwerk van koning WIllem I. De treurende jonge vrouw stelt het vaderland in rouw voor;

Koning Willem I overlijdt in Berlijn. Hij wordt ook begraven in de Nieuwe Kerk en zijn echtgenote, gravin Henriëtte d'Oultremont, laat in 1847 een grafmonument voor hem maken.

In 1872 verwoest een blikseminslag de torenspits van de Nieuwe Kerk. Koningin Sophie, de vrouw van Koning Willem III, neemt een halve bol van de neergekomen weerhaan in ontvangst. 3 jaar later prijkt er een nieuwe op de toren en is de oude in de kerk tentoongesteld;

Als Sophie in 1877 overlijdt, wordt ze volgens haar wens gehuld in haar trouwjurk, omdat haar leven 'al geëindigd was op haar trouwdag'. Willem III hertrouwt met Emma van Waldeck-Pyrmont, de moeder van WIlhelmina.

Hierna kon je nog video beelden zien van de laatste begrafenissen. Margreet is een Oranje fan en we hebben er nog heel even naar gekeken. Hierna liepen we de kerk weer uit. Ik was wel onder de indruk; er was veel meer te zien dan ik verwacht had.

We liepen de markt weer over, langs het Stadhuis;

Het is een behoorlijk indrukwekkend stadhuis uit 1200. Vermeer is hier in ondertrouw gegaan met Catharina Bolnes. In 1618 is het stadhuis bijna volledig afgebrand. Alleen de toren van het stadhuis overleefde de brand. Hier was sinds de Middeleeuwen de gevangenis 'het Steen' in gehuisvest. Het Steen is nog te bezichtigen (inclusief originele martelwerktuigen) maar door Corona is dit niet mogelijk.  Na de brand is het stadhuis weer opgebouwd in 1620, rond de laatgotische grafelijke toren. 

We liepen door naar de Oude Kerk. Het beeldje vlakbij de ingang stelt de heilige Geertruyt van Oosten voor (1320-1358). Geertruyt was een begijntje, die in het Begijnhof woonde en in 1340 bloedende stigmata, de wondtekens van Christus, kreeg op Goede Vrijdag. Die bloedden 7 maal per dag, tot 40 dagen na Pasen. Ook zou er tot 40 dagen na Kerstmis melk uit haar borsten zijn gekomen. Het beeld is gemaakt in 1958 en ze is in de Oude Kerk begraven;


Rond 1050 werd hier de eerste parochiekerk van Delf gesticht, gebouwd in tufsteen. De bouw van de huidige kerk is begonnen rond 1246 en duurde 3 eeuwen. 

Door de stadsbrand in 1536 en de reformatie is de kruisbasiliek nooit afgebouwd. De prachtige houten preekstoel uit 1548 heeft de beeldenstorm overleefd (past ook in het protestantisme) en behoord tot de oudste en mooiste van Nederland. De overkapping diende als klankbord. VOor de preekstoel staat een witte doopvont uit 1890;

  

In de kerk liggen meer dan 1400 graven; elk graf kon 6 kisten bevatten. Bekende Delftenaren liggen hier begraven;

Huibert Cornelisz. Poot (1689-1733), een dichtende boerenzoon uit Delft.

Clara van Spaerwoude (1530 - 1615) was erflaatster van een fonds dat enkele eeuwen uitkeringen verschafte aan behoeftige nazaten.

Het grafmonument van Piet Hein (1577-1629) is de grootste en meest opvallende. Er wordt in de kerk nog eens benadrukt wat hij met de zilvervloot mee naar huis heeft gebracht; zilver, huiden, indigo, cochenille en suiker met een totale waarden van 11.5 miljoen gulden (omgerekend naar huidige maatstaven was dat 500 miljoen Euro!). Piet Hein was wat verbitterd dat zijn naam aan die zilvervloot hangen bleef en al zijn andere daden vrijwel onbekend bleven. Hij overleed een jaar later in een zeeslag. Pas na 9 jaar aandringen van zijn weduwe kwam het beloofde grafmonument;

Piet Hein had geen familiewapen maar heeft zijn eigen wapen uitgekozen; een kanariePIET zittend op een omHEINing.

Een ander opvallend grafmonument was dat van Elisabeth van Marnix (1585-1608), dochter van Filips Marnix van St. Aldegonde. Haar echtgenoot Charles Morgan, ridder en legeraanvoerder, was ontroostbaar en gaf de opdracht waar 3 jaar aan gewerkt is. Hij was maar kort met haar getrouwd en ze hadden een dochtertje, Anna. Hij is nooit hertrouwd.

  

Een stukje verderop is het grafmonument van Maarten Tromp (1598-1653). Hij is gesneuveld tijden de Slag bij Ter Heijde;

Ook vonden we de bescheiden grafsteen van Vermeer die in 1675 is overleden op 43 jarige leeftijd. In zijn familiegraf lagen al 3 van zijn jonggestorven kinderen. Zijn weduwe bleef achter met grote financiële problemen en met 11 kinderen, van wie er 10 nog minderjarig waren. Geldzorgen waren waarschijnlijk de oorzaak van de vroege dood van de vermaarde kunstschilder. Door de afname van de welvaart, mede als gevolg van de Franse inval in 1672, zakte de schilderijen-handel in en viel het onderhoud van het grote gezin hem extra zwaar.

Achter in de kerk was een mooi glas-in-lood raam en een grafmonument van Antoni van Leeuwenhoek. Hij wordt de uitvinder van de microscoop genoemd, want hij kon lensjes slijpen die 270 maal konden vergroten en zo ontdekte hij bacteriën en spermatozoïden. Hij is feitelijk de grondlegger van de microbiologie. 

  

Hierna liepen we naar buiten en bewonderden de toren van de Oude Kerk. Je kunt deze toren niet bezichtigen. Hij is gebouwd tussen 1325 en 1350. De toren is tijdens de bouw gaan zakken. De 4 hoektorentjes zijn in 1900 loodrecht herbouwd, waardoor er een knik in de toren zit. De toren is 75 meter hoog en staat 1,96 m uit het lood. In de toren hangt de Trinitasklok uit 1570, die vanwege zijn geluid de 'Bourbon' wordt genoemd. De klok weegt bijna 9000 kilo en heeft een diameter van 2.3 m. Vanwege de belasting op de scheve toren, wordt hij alleen nog geluid bij bijzondere gebeurtenissen, zoals Koninklijke bijzettingen. Op de uren kun je de klok horen klinken, want dan slaat een hamer tegen de stil hangende klok. 

Hoog in de toren, in een nis, zijn eeuwenlang in een zware kist belangrijke documenten van Delft bewaard gebleven. De oudste is een document van het stadsrecht uit 1246.

Op Oude Delft 96 is een oorspronkelijk 16e eeuws gerestaureerd graanpakhuis;

Oude Delft 95 is het grootste patriciërshuis van Delft; vele jaren was hier het hoofdgebouw van de TU;

Oude Delft 38 heeft een renaissance gevel uit 1614 en was de voormalige brouwerij 'Het dubbele anker';


Aan de overkant het 19e eeuwse gebouw van de Indische Instelling, waar ambtenaren voor Nederlands Indië werden opgeleid. Het voormalige Sint Barbaraklooster uit 1405, iets verderop, is ook een studentensociëteit;

 

Op Breestraat 1 staat het laatgotische huis 'de Wereld' met een fraaie ingangspartij;

  

De voorgevel is versierd met een bronzen maquette uit 1999 van de Delftse sociaal hervormster, publiciste en wereldreizigster Anna Maria Margaretha Storm-van der Chijs (1814-1895).  In 1845 trouwde ze maar haar echtgenoot overleed 2 maanden later. Ze richtte een school op voor meisjes en reisde de hele wereld rond. Zij pleitte dat vrouwen ook 'mannenberoepen' moesten kunnen uitoefenen en speelde zo een  cruciale rol in de vrouwenemancipatie. 

Oude Delft 39 is het Oost-Indisch huis uit 1631, de zetel van de Kamer van Delft van de VOC. 

Er tegenover staat het grote complex van het Armamentarium, het voormalig artilleriemagazijn van de Staten van Holland en West-Friesland. Tot 2013 was hier het legermuseum;



Tot slot nog een stilleven van het Delftse studentenleven voor het Armamentarium;



Het was weer een super dagje uit. Wordt vervolgd op 2 december...






































































About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Brazilië en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.