Blog Archive

Followers

Monday, August 2, 2021

20-7-'21. Wadlopen in Moddergat

Museum 't Fiskershúske ligt in Moddergat, aan de noordkust van Friesland. Toen ik musea aan het googelen was, kwam ik op dit museum en ik ontdekte dat ze wadlooptochten organiseerden. Ik had nog nooit wad gelopen en ik had altijd gedacht dat je daarvoor op de waddeneilanden moest zijn en dat is nog een heel gedoe met al die beperkte boottijden en dan moet je ook nog rekening houden met het getij. De meeste wadlooptochten zijn rond 7 en 18 uur maar af en toe ook rond het middaguur, ook in Moddergat. Dus dan zou ik dan zonder overnachting op en neer kunnen. Buurvrouw Patricia wilde direct mee dus ik boekte voor een wandeling vandaag die om 11.15 uur zou beginnen. Perfecte timing! 

We waren keurig op tijd en al snel vonden we de verzamelplaats van de groep. Er waren 13 deelnemers; 4 studentes uit Wageningen, een gezin met 3 puberdochters (hoe kregen ze die mee!??), een echtpaar en wij. En de gids Patricia;

Gids Patricia was een no-nonsense Amsterdams typje, dat pré-corona berggids in de Alpen was, maar nu maar eens ging gidsen op de wadden... dus... hoopte ze dat ze ons een beetje veilig er doorheen kon loodsen...

Ze vertelde een beetje wat we konden verwachten en al snel liepen we naar de kustlijn;


De wadden zijn delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen. Het zijn zandige of slikkige platen met geultjes of prielen. Soms noemen mensen het hele waddengebied de wadden, inclusief de eilanden en grote geulen. In Groningen wordt de term wad alleen gebruikt voor zandige droogvallende platen. Als daar een dikke prutlaag op ligt zijn het slikken. 
Het droogvallende wad langs de Fries-Groningse kust is het meest slikkig.

Het eerste half uur moesten we door slik baggeren. We moesten onze lage wandelschoenen zo strak dicht veteren dat we 'nog net adem konden halen'. Het was de bedoeling dat je op je voorvoeten een soort schaatsbeweging maakt door het slik; dat is de makkelijkste en snelste manier om vooruit te komen. In geen geval je voet afwikkelen; dan zakt je hiel onhandig diep weg. Het was even oefenen maar dankzij onze Nederlandse genen schaatsten we al snel door de slikken. De 4 studentes al snel aan kop;


Die waren niet meer te houden!

De slikkige wadplaten zijn erg voedselrijk; algen aan de oppervlakte en bacteriën in de bodem. Bij hoogwater is het een rijke voedselplek voor garnalen, krabben, heremietkreeftjes en vissen. Bij laagwater doen de wadvogels zich tegoed aan de bodemdieren. De wadbodem is voedselrijk omdat er een voortdurende aanvoer van voedingsstoffen uit de rivieren en de Noordzee is. 

Al snel kwamen we de eerste oesters tegen. Patricia vertelde dat ze regelmatig Amsterdammers met emmertjes oesters ziet zoeken.





Het wad lag vol met zanddrolletjes, maar ze bestaan niet uit echte poep. Ze zijn afkomstig van de wadpier. Wadpieren eten het zand op terwijl ze aan het graven zijn. Als de voeding uit het zand is gezeefd, wordt de rest uitgepoept. Hij eet per jaar 3.5 liter zand.

 

Iedereen zat binnen de kortste keren met benen onder de modder;


Maar heel erg was dat niet, want we moesten ook geulen door. De geulen van de Waddenzee vallen bij laagwater niet droog. Zij zijn uitgesleten door eb- en vloedstromen en kunnen 40 meter diep zijn. Gelukkig hoefden we die niet door, maar op bepaalde plekken kon niet iedereen zijn onderbroek droog houden;



In de geulen leven bodemdieren, zeehonden, garnalen en vis. Langs de randen worden mosselen gekweekt. Ze 'Zeeuwse' mosselen worden allemaal hier geboren en alleen in Zeeland schoongespoeld omdat het water daar minder zanderig is.


Buurvrouw Patricia links boven en midden onder;


Na een klein half uurtje kwamen we bij de eerste mosselbank;


Hier lagen ook veel wier en kokkels. Patricia opende een kokkel en die scheen je rauw te kunnen eten. Ik wilde hem wel proeven; beetje taai en zoutig, maar zeker niet onaangenaam. Ze maakte er nog een paar open maar tot mijn verbazing wilde niemand proeven! Nou, ik wel hoor. Uiteindelijk probeerde een studente er ook eentje en ook zij vond ze best te eten, maar de rest bedankte nog steeds. Sukkels!

Na de mosselbank werd het slik meer zanderig en ging het lopen stukken makkelijker. 
We zagen ook veel krabjes en Patricia legde uit hoe we het verschil konden zien tussen een mannetje en een vrouwtje; het mannetje lijkt van onder op een vuurtoren en het vrouwtje op een bijenkorf;


Dit was duidelijk een meneer en hij had ook nog 2 penissen.

  

Toen we vanuit de mosselbank naar de kust van Moddergat keken, hadden we toch best een flink stuk slik overbrugd;


Volgens Patricia is het 10 dagen per jaar perfect weer op de wadden; 22 graden, bijna windstil en half bewolkt. Zo'n dag hadden we vandaag. Zelfs het water was aangenaam lauwwarm. Het was echt genieten!


We liepen ongeveer 2 uur door het zanderige deel en iedereen zocht druk naar bodemschatten;


We liepen op het wad tussen Ameland (links) en Schiermonnikoog (rechts);


We konden toen we wat dichterbij kwamen duidelijk de vuurtoren zien en de garnalenvissers tussen de eilanden. Ook zochten we naar zeehonden maar die niet gevonden. Patricia vertelde dat er nu zoveel zeehonden zijn dat ze elkaar beginnen te bijten. Een aantal jaar geleden kwam er direct een ambulance, nog net niet met sirene, of helicopter als ze een huiler vonden in Moddergat, maar nu hebben de huilers pech en worden ze voer voor de andere wadbewoners.

Op een gegeven moment bereikten we de Noordzee en liepen we een stuk richting de Koppen duinen van Schiermonnikoog;


We zagen ook de Engelsmanplaat liggen; een zandplaat tussen Ameland en Schiermonnikoog op ongeveer 5 km afstand van de Friese kust. De zandplaat heeft een oppervlakte van minder dan 1 km2 dat bij hoogwater vrijwel geheel onderloopt. Ik had nooit van zandplaten tussen de waddeneilanden gehoord!

Patricia liet ons ook zien dat er nog steeds goede turf te vinden is in de Waddenzee;


baby-zeester

Je zag ook heel veel zwermen vogels langs komen;


We zagen zagers, zeeduizendpoten, alikruiken, strandgapers, zeedruif (kwal) en kokerwormen.

Terug richting de kust moesten we nog door een stukje slik en kwamen toen terug bij de dijk;

 

Ook hier was nog van alles te zien; lamsoor in bloei (de paarse bloemetjes);


Zeealsem;


En zeekraal (vind ik erg lekker);


We zagen ook 2 lijkjes van huilers.

Hierna kwamen we weer bij 't Fiskerhúske. Omdat museum 't Fiskerhúske is aangesloten bij de museumjaarkaart besloot ik nu ik er toch was, ook nog even doorheen te lopen. Het is een openluchtmuseum waar herinneringen aan de verdwenen kustvisserij en de visserscultuur leven worden gehouden. Er zijn 4 gerestaureerde vissershuizen die je kunt bekijken. De Blaes is de entree en museumwinkel en in de Logger wordt een film afgedraaid en zijn er wisselende exposities. 

Klaske's Húske was tusen 1900 en 1986 de woning van Klaske van der Lei; zij was de laatste vrouwelijke visafslager en haar huisje is in 1995 bij het museum betrokken en in oude staat hersteld en ingericht met materiaal van voor 1920. 

De bedstee is afkomstig van het in 1877 gestrande schip 'de Pauline';

Huisje 'de Aek' herbergt de permanente expositie van 'Vissers van Wad en Gat'. Er staat ook een vitrine met voorwerpen die herinneren aan de ramp van 1883 waarbij 83 vissers verdronken.

't Fiskershúske geeft een beeld van de inrichting van een vissershuis langs de waddenkust rond 1850. De laatste familie is met 8 kinderen in 1963 uit het huisje vertrokken. Op de schouw werd vroeger het eten gekookt en het huis mee verwarmd. Pas later ging men koken op een fornuis.

Het heeft 2 bedstedes; voor de ouders en een baby en in de anderen lagen de kinderen, om en om en peuters soms overdwars. 

Aan de muur hing vaders zakhorloge; hij droeg die alleen op zondag. Er leefden meestal 2 families in het huis; één in de voorkamer en de ander in de achterkamer, die nu als werkruimte is ingericht; 



De vissersvrouw is bezig vishaken te voorzien van de door haar opgegraven wadpieren van het wad. Zij zochten in het seizoen dagelijks 1000 tot 1200 pieren! En daarnaast moesten ze ook nog de vis venten en natuurlijk voor het huishouden en de kinderen zorgen...

Aan de muur hing een zeehondenvel. Tot 1963 kreeg met een premie over elke gevangen zeehond! (Omdat die te veel vis aten, de netten beschadigden en ook voor hun bont en vlees).


Hierna liepen we terug naar de auto. We kwamen nog langs het monument van de Fiskersfrou, geplaatst in 2008 als eerbetoon aan de vrouwen die na de ramp van 1883 voor de zware taak stonden alleen de zorg te hebben voor de kinderen en rond zien te komen van een karig inkomen... Wel rijkelijk laat en destijds werd ook nauwelijks iets gedaan om hen te helpen... Maar het beeld vind ik wel erg mooi;


Hierna reden we weer naar huis en waren daar precies om 18 uur; helaas stond er geen eten voor ons op tafel en Patricia moest zelfs eerst ook nog boodschappen doen. Maar het was een geweldig leuke ervaring die zeker naar meer smaakt!






.


No comments:

About Me

My photo
Voorschoten, Netherlands
Ik ben dit blog in mei 2008 begonnen als vervanging van de nieuwsbrieven die ik regelmatig naar familie en vrienden opstuurde. Ik ben getrouwd met Peter, die voor een Nederlandse baggermaatschappij werkt, en we hebben 2 kinderen, Lilith (23 jaar) en Jillis (20 jaar). Sinds augustus wonen wij in Dubai en in Voorschoten. De kinderen studeren allebei in Nederland; Lilith IBA in Rotterdam en Jillis fiscaal recht in Leiden. Behalve in Nederland heb ik ook 4 jaar in Davos (Zwitserland), 3 jaar in Karratha en Geelong (Australie), 2,5 jaar in Janabiyah (Bahrein), 8 jaar in Singapore en 2 jaar in Jakarta (Indonesie) gewoond. Peter woont sinds een jaar meestal alleen in het buitenland; eerst een jaar Vitoria, Brazilië en nu in Dubai. Ik ben begonnen met diverse studies in de alternatieve gezondheidszorg. In mijn blogs schrijf ik over de belevenissen van ons gezin, over onze avontuurlijke vakanties en wat er verder nog in onze levens speelt.