Liesbeth's blog: 7-10-'21. Trekvogelpad. De Rijp

Vandaag de 2e etappe van het Trekvogelpad. Weer in omgekeerde richting. Ik kon mijn auto goed parkeren in de Rijp. Ook nooit van gehoord maar is een verrassend pittoresk dorpje waar 2 beroemde Nederlanders geboren zijn.

Jan Adriaanszoon (1575-1650) was een molenmaker en waterbouwkundige. De naam Leeghwater heeft hij in 1605 aangenomen; leegh verwijst naar laag. Hij was betrokken bij diverse droogmakerijen in binnen- en buitenland, hielp bij het plaatsen van nieuwe klokken in Amsterdam en was betrokken bij de bouw van het stadhuis op de Dam, onder Jacob van Campen. In zijn biografie staat dat hij een ijdeltuit en opschepper was en het is onduidelijk hoeveel hij nu echt heeft bijgedragen aan de droogmakerijen en productie van klokken... Maar; er staat in de Rijp een beeld (onder links) van hem uit 1990;

De 2e bekende inwoner was Jan Janszn. Weltevree (1595 - 1657). Dit was een zeevaarder die vanuit Batavia op de terugreis langs het eiland Jeju, 18 km ten zuiden van Korea. Hij ging aan land met 2 scheepsmaten, ze werden gevangen genomen en mochten het eiland nooit meer verlaten door de isolatiepolitiek destijds. Jan nam de naam Pak Yon aan, werd een belangrijke regeringsfunctionaris en trouwde met een Koreaanse vrouw met wie hij twee kinderen kreeg.

Naast de Grote Kerk in De Rijp staat een beeld van hem (rechts boven); een replica van dit beeld is in 1991 in Seoel geplaatst.

Het Raadhuis met Waag (1630) staat prominent in het hart van De Rijp. Dit gebouw werd ontworpen door Leeghwater. Op de begane grond is nog een weeginrichting (De Waag). Op de eerste verdieping, te bereiken via eendubbele trap, is de raadszaal, de burgemeesterskamer en de secretarie. Nu is er de VVV in gevestigd en het gebouw doet ook dienst als trouwlocatie;

Helaas was het pas om 12 uur open dus dat was pech.

Er stonden erg veel leuke huizen en winkeltjes, maar het was zo vroeg op de ochtend wel heel erg stil;

De Rijp ging haast naadloos over in het al even leuke dorpje Graft. Hier stond ik voor 'Het Kleinste Snoepwinkeltje van Nederland, Bram en Aagje. Het winkeltje stamt uit 1890 en aan het interieur is niets veranderd. Het heeft een winkeloppervlak van 5.4 m2. Vanachter de toonbank werden eerst broden, later groente en tot 1985 sigaren en sigaretten verkocht door Bram en Aagje. Hun kleinzoon verkoopt nu oudhollands snoepgoed en er zijn er oude blikken en snuisterijen te bewonderen. Helaas; ook nog dicht maar even een foto door de voordeur;

Hier schuin tegenover staat het stadhuis van Graft uit 1613, met 3 trapgevels;

Dankzij een restauratie in 1909 werd een sloop van het raadhuis in het inmiddels verarmde Graft voorkomen. Er zijn binnen twee ruimtes; de begane grond is kantoorruimte met open haard, op de 1e etage is er een archief en raadzaal met publieke tribune.

In 1970 vormde Graft samen met De Rijp een gemeente en het oude raadhuis doet nu alleen diens als trouwlocatie.

Hierna liep ik het dorp al weer uit;

Na een haakse bocht had ik een mooi uitzicht op Graft;

Hierna vervolgde ik het polderpad via buurtschap Noordeinde naar 'Siberie'. Dit is een perceel dat door zijn afgelegen ligging verwaarloosd was en een ruige begroeing had. Landschap Noord-Holland heeft het geschikt gemaakt voor weide- en watervogels waar je kemphanen lepelaars, watersnippen, de kluut en grutto's kunt zien. Moet je ze wel herkennen en een degelijke verrekijker bij je hebben. Ik geniet wel van de vergezichten en stapte stevig door;

Ik kwam een heleboel paddenstoelen tegen. Geen idee van de naam maar zien ze er niet eetbaar uit;

Via het wandelpad Meerdijk kwam ik in Driehuizen, waar de laatste eeuwen zoals je kunt zien er 'flink is bijgebouwd';

Er is zelfs een kerk(je) en cafe(tje).

Ik kwam langs het gemaal 'Willem Alexander', een vies, lelijk gebouw waar nogal wat kritiek op is maar zijn werk nog steeds goed verricht;

Vervolgens liep ik langs Molen K, die sinds 1635 het Schermer droog maalde;

5 generaties Bloothooft hebben de molen bemaald tot in 1929 het elektrische gemaal 'Juliana' (op foto achter gemaal 'Willem Alexander') het werk overnam.

Hierna kwam ik bij het Noordhollands Kanaal, gegraven tussen 1823 en 1825, die Amsterdam via Den Helder met de Noordzee verbindt. Het kanaal is gegraven onder zeer slechte arbeidsomstandigheden; bij werkdagen van 15 uur was het dagloon 40 cent. Er zijn arbeiders door uitputting overleden en het is erg triest dat het kanaal snel achterhaald bleek; in 1876 werd het Noordzeekanaal geopend. Nu wordt het kanaal echter druk bevaren door binnen- en recreatieve vaart. Ik stak met het pontje over naar Akersloot;

Hierna liep ik langs de Noordermolen (1589); de krachtigste poldermolen van Nederland. Hij kan 140.000 liter water per minuut opvijzelen;

Vervolgens liep ik Alkmaar binnen via de Nieuwlandbrug;

In 1560 was hier al een brug; destijds een toegangsbrug tot de stad. In 1972 is de houten ophaalbrug vervangen door een betonnen vaste brug. In 2012 is de brug weer vervangen; hij lijkt nu weer op een ophaalbrug maar is nog steeds een betonnen vaste brug met een bovenbouw van een houten ophaalbrug.

Op de Mient staat een standbeeld van Truus Wijsmuller ('tante Truus'). In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog heeft ze 10.000 Joodse kinderen gered, door hen vanuit Nazi-gebied naar Engeland te brengen;

Op het Waagplein staat de Waag;

De toren heeft beroemde ruitertjes en een fraai Carillon. Het gebouw was in de 14e eeuw als kapel van het naastgelegen gasthuis in gebruik. In 1583 werd de kapel omgebouwd tot waag.

Op het Waagplein wordt in de zomer op vrijdagochtend een kaasmarkt gehouden... moet ik toch ook eens voor terug komen!

Hierna liep ik langs het doelenveld. Hier hadden vanaf de 15e eeuw schutters hun schietterrein. Het is een van de weinige doelenvelden in Nederland dat nog onbebouwd is gebleven na het verdwijnen van de Hollandse schutterijen. Het Schuttersgilde huis uit 1561 staat er nog steeds. Het werd gebruikt als stedelijk museum; nu zit er een restaurant in;