Vandaag besloten we om in Rijssen te gaan lopen. Joyce had behoefte aan bos dus had ze deze wandeling geselecteerd uit tientallen wandelingen die we hier konden maken. Joyce kan heerlijk slapen dus helaas niet om 6 uur op pad, maar tegen 10 uur waren we dan toch op weg.
We parkeerden ergens halverwege de route en inderdaad; al gauw liepen we heerlijk in het bos, dat ‘je met een beetje fantasie in het Zuid-Duitse Zwarte Woud liet wanen’. Ze hadden zelfs een gedeelte van het bos rond Rijssen omgedoopt tot ‘Het Nieuwe Schwarzwald’ maar we vonden allebei dat je hier een vrachtwagen fantasie voor nodig had.
Maar goed, we liepen in een bos en het was prachtig weer. Ondanks dat we al 24 uur op elkaars lip zaten, waren we nog lang niet uitgepraat - we hadden allebei in de afgelopen 35 jaar natuurlijk het een en ander meegemaakt en dat moest allemaal in geuren en kleuren verteld worden. Op een gegeven moment kregen we het over mijn broer Jan. Die had Joyce meegemaakt toen hij als 18 jarige slungel (met een bos donkere krullen, een beetje dons op zijn bovenlip en zijn vrolijke bruine ogen) op zijn brommertje de blits maakte en ze vaak bij ons over de vloer kwam. Ze zuchtte; Jan zou ik nog heel graag eens terug zien. Dus toen we weer eens zaten haalde ik mijn mobiel te voorschijn en liet haar de laatste foto van mijn broer zien. Ze was vergeten dat Jan natuurlijk ook, net als zij, 40 jaar ouder was geworden en ze kon eerst haar ogen niet geloven. En daarna vielen we bijna van het bankje af van het lachen. Aan je eigen rimpels en grijze haren ben je langzaamaan gewend - en die vergeet je voor het gemak het grootste deel van de tijd. De rest van de dag hoefden we maar aan mijn broer te denken of we kregen al de slappe lach. Het was dus eigenlijk de schuld van mijn broer dat we tot 2 keer toe een serieuze aanwijzing misten en we hopeloos liepen te zoeken in het bos naar de juiste boomstronk om linksaf te slaan. We maakten aardig wat extra kilometers maar omdat het nog lang niet donker was maakten we ons er maar geen zorgen om en liepen lekker in cirkeltjes rond tot we de juiste boomstronk vonden en weer op het juiste spoor zaten (om dan een half uur later de plek te passeren waar we al geweest waren op zoek naar het punt waar we de route kwijt waren geraakt). En daar kregen we dan ook weer de slappe lach over. We hebben geen ree, vos, haas, eekhoorn en zelfs nauwelijks vogels gezien in het Zwarte Woud; ik denk dat ze zich al kilometers van te voren haastig uit de voeten maakten.
Op het midden van de wandeling kwamen we langs kasteel De Oosterhof;
Gebouwd in de 14e eeuw en wisselde gedurende de eeuwen regelmatig van eigenaar. In de 15e - 16e eeuw was het een favoriete plaats van prins Maurits die vanuit hier graag jaagde in de wildrijke omgeving. In 1960 verkocht de laatste adelijke bewoonster, Barones van der Borch tot Verwolde, de havezate met grondgebied aan gemeenste Rijssen.
Hierna werd het kasteel een kraamcentrum. Na de eerste renovatie werd het in gebruik genomen als Kraaminternaat. Hierna was het een architectenbureau en nu is het in gebruik als het Rijssens Museum met een collectie van de Oudheidkamer en kwam er een internationaal Brandweermuseum in het Bouwhuis. De inrichting van het kasteel werd zo veel mogelijk in oude staat herstelt. We waren de enige bezoekers en mochten vrij door het kasteel dwalen.
In de huiskamer hingen schilderijen, er stond meubilair en in een vitrine kon je een flinke horloge verzameling bewonderen;
In de kelder lagen fossielen, aardewerk en blauwe tegeltjes, stenen en fossielen. Ook staat er een boomstamwaterput uit ongeveer 1200;
Er was een kamer vol oud speelgoed;
Een linnenkamer;
De zolder vol wasgoed;
En een echte bokkenwagen van de huisarts, nog met zijn dokterstas;
Het was een leuk en interessant museum.
Hierna liepen we verder en op een gegeven moment kwamen we in Rijssen uit. Het was nog even zoeken naar het centrum. Een leuke winkel vol prullaria, en een restaurant met veel zwakbegaafden in de bediening, die hun werk zeer serieus namen. We zaten op een heerlijk schaduwrijk plekje in de tuin en het was heerlijk.
Tot slot nog langs een kerk in Rijssen en langs een saaie begraafplaats zonder enkele bloem;
Tegen zes uur waren we pas terug in het hotel, dus even douchen en omkleden en daarna naar beneden voor ons 3 gangen diner die 2 nachten inbegrepen was. Prima restaurant als je van schnitzel en patat en tomatensoep houdt, maar wij hebben er toch best lekker gegeten.
We waren allebei moe maar we hebben het voor elkaar gekregen nog tot middernacht te liggen kletsen.
No comments:
Post a Comment