Tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige, die ik begon op mijn 17e, zat Joyce in mijn klas. Eigenlijk vanaf het begin werden we dikke vriendinnen en we trokken heel veel met elkaar op. Vakanties. Uitgaan. En vooral veel lol maken op school. Ik denk dat we niet zo populair waren onder de medestudenten die serieus wilden op letten en onder docenten die in onze ogen minder interessante lessen gaven.
We zijn vriendinnen gebleven tot onze levens anders gingen lopen; zij kreeg veel eerder dan ik 4 kinderen en ik reisde me suf en woonde in Zwiterland. Wel organiseerde ik elke 5 jaar een reunie voor de hele klas… nou ja… hele klas… we waren met 20++ begonnen en met 8 afgestudeerd waarvan er 3 in de loop van de tijd afhaakten. Dus Joyce bleef ik wel af en toe zien. 3 jaar geleden ging ik weer in Nederland wonen, iedereen was inmiddels uit de kinderen en we begonnen vaker af te spreken met elkaar. Door Corona kwam daar de klad in en vorig jaar november sprak ik Joyce heel kort op straat. Zij was inmiddels met de opleiding Regressie en Reincarnatie therapie begonnen en vertelde zulke enthousiaste verhalen dat ik naar een open dag ben gegaan en ik dit jaar ook met deze opleiding begon.
We begonnen steeds meer af te spreken en omdat Joyce ook een fanatieke wandelaarster is besloten we 4 dagen samen op vakantie te gaan naar Overijssel. Ik kan me niet heugen dat ik ooit in Nederland op vakantie ben geweest na mijn 15e dus maakte het mij niet uit waar we gingen lopen. Het werd een hotel in de buurt van Hengelo en vandaag reden we zo vroeg als ik Joyce geactiveerd kon krijgen (9 uur) weg.
We besloten vandaag naar Zwolle te rijden en daar de eerste wandeling te maken. We parkeerden even buiten het centrum en pikten de wandeling in het midden op.
Al snel liepen we Zwolle binnen en al in de buitenwijk zagen we erg leuke huizen, dit is een mooi voorbeeld;
We liepen over een brug het centrum in, dat de vesting-vorm van vroeger nog steeds heeft, inclusief een gracht om het stadshart;
We liepen langs museum De Fundatie. Ik had wel even naar binnen gewild, al was het alleen maar om 1 topstuk te bekijken, maar Joyce zag er niet veel in. Thuis lazen we dat het een van de mooiste kunstmusea van Nederland is, met werken van Mondriaan, Rodin, Appel en van Gogh. Maar het gebouw met het ‘wolkendak’ was ook al indrukwekkend;
In de stad zagen we van een afstand de Peperbus; een laatgotische toren in Zwolle behorende bij de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming. Hij dank zijn bijnaam aan zijn vorm. Hij is 75 m hoog en is gebouwd 1454. De ui-vormige kap is er in 1727 op geplaatst. In 1815 werd het bovenste deel van de toren verwoest door een brand. De toren werd hersteld en voorzien van het huidige koepelvormige dak;
Hierna kwamen we langs de Grote Kerk (St. Michaelskerk). Een enorm gebouw, ingeperst tussen moderne winkels en haast onmogelijk goed op de foto te krijgen;
De klokkentoren, ooit de hoogste van Nederland (115 m.) is in 1682 ingestort en nooit vervangen.
De kerk is een laat-middeleeuwse stadskerk. De preekstoel stamt uit 1617 uit Duitsland en het orgel uit 1718;
Er was een kunst-expositie van studenten en je kon de hele kerk bekijken rond de creaties, die eigenlijk wel wat in de weg stonden.
Hierna liepen we langs de Broerenkerk. Ooit in de middeleeuwen begonnen als Rooms-Katholieke kerk en vervolgens van 1580 tot 1983 gebruikt voor protestantse erediensten. Na sluiting als kerk werd de Broerenkerk gerestaureerd. Hierbij kwamen verschillende muurschilderingen te voorschijn, waarvan men het bestaan voorheen niet kende. Sinds 2013 is het kerkgebouw in gebruik als boekenwinkel. Waanders in de Broeren wordt als mooiste boekenzaak van Nederland beschouwd;
Het orgel werkt nog steeds prima!
Vervolgens kwamen we bij de stadsmuur. Ooit was Zwolle helemaal ommuurd. Op een paar plekken kun je nog een deel van de stadsmuur van Zwolle zien. Behalve een stuk muur kun je langs de gracht twee oude stadstorens zien; de Pelsertoren en de Wijndragerstoren.
Via de groenstroken langs de Nieuwe Vecht liepen we de stad uit naar het landelijke buitengebied. Op een gegeven moment kwamen we langs een stalletje aan de weg waar je diverse producten uit de moestuin kon kopen. We vielen allebei voor een doosje frambozen, die we een stukje later op een bankje wilden oppeuzelen. Nou - smakeloze krengen waren het. Dat was een tegenvaller! Gelukkig kwam het gesprek op mijn dunschiller, die ik 15 jaar geleden ontvreemd heb uit een appartement in Bahrein. Als je nu denkt wat er te lachen valt om een dunschiller, dan had je naast ons op dat bankje moeten komen zitten. We hebben zo hart gelachen dat we allebei pijn in ons buik kregen. En dat lag niet aan die frambozen.
We liepen verder over landwegen, een oud kerkenpad en slingerende paden door een natuurontwikkelingsgebied terug naar de auto.
Hierna was het nog een uurtje rijden naar ons hotel, ‘Jachtlust’. Een beetje oubollig hotel-restaurant onder de rook van Hengelo. Maar met het meest aardige personeel dat je je kan voorstellen.
Ook onze kamer was een plezierige verrassing; een geweldig bed, een zeer ruime kamer met een prima zitje, en een enorme badkamer met jacuzzi.
De avond vloog voorbij en pas om 23 uur ging het licht uit. Ik was wonderbaarlijk klaar wakker.
No comments:
Post a Comment